Hier moet het zijn. Ik haal de sleutel uit mijn jaszak, steek die in het slot. Als Alice die haar Wonderland betreedt ben ik nieuwsgierig en ook gespannen. Ik weet wat ik moet doen, maar toch. Er kwamen weinig instructies.
Het was niet moeilijk om hier te komen. De omaatjes beneden in de hal lachten vriendelijk. De sympathieke kleinzoon. De man met de rollator keek me argwanender aan, maar liet me gaan.
Het slot draait, de deur opent, de lege ruimte komt tevoorschijn. Een opvallend glimmende parketvloer, de lange lijnen verlengen de ruimte. Langs beide muren tafels met jerrycans, slangen en natuurlijk de apparatuur, continu aan het werk, kalm en vastberaden als een dieseltrein.
Achter mij schuift de liftdeur dicht, de lift zoeft naar beneden. Ik stap de houten vloer op en zo stil mogelijk sluit ik de deur. Mijn nieuwe sneakers doe ik uit, ze blijven voor de deur staan en op sokken loop ik naar de gordijnenwand. Voorzichtig steek ik mijn hoofd door een kier. Het zonlicht is hard. Er is een uitzicht vanaf hier, dat weet ik, het is niet te zien.
Mijn hoofd komt terug in de schemer, met precisie sluit ik de gordijnen en loop de ruimte door. In de gootsteen staan aangekoekte koffiemokken opgestapeld, het aanrecht heeft bruine kringen. Ik haal mijn hand erover, de oppervlakte plakt. Alle keukenkastjes zijn leeg.
Ik zou hier zo kunnen wonen. Op de plek van de vaten zou een bed kunnen staan. Met stoffen hoofdbord om het groter te laten lijken. Er is een zijkamer dat ik als hobbyruimte zou gebruiken, de wanden donkerblauw. Met die kleur kom ik in de juiste mood om mijn muziek te maken. De badkamer is betegeld met tien bij tien, het is niet lelijk maar ook geen design, alsof er niet over nagedacht is maar gewoon gedaan. Ik loop naar de pot, open mijn broek en laat het gaan. Het water kleurt donkergeel. Ik sluit de klep.
Nu ik voel waar ik ben, kan ik beginnen. Bij de rechter tafel doe ik mijn oortjes in, zoek de playlist op om in de flow te komen, als de deur opengaat. De sneakers worden meegenomen, opzijgeschoven naar de linkermuur. Ze liggen als er aangeschoten wild.
Een rollator komt de ruimte in, de bejaarde man erachteraan. Hij sloft naar mij toe, zijn blik nog even argwanend. Mijn telefoon valt op de vloer.
Een grijns. ‘Niet schrikken man, Harry vertelde dat je de nieuwe bent. Ik zal je even helpen.’
Over welk nieuws gaat dit?