Het water kwam, snotjandorie, we moesten onze baby uit de wieg halen en meenemen naar de hoogste verdieping, daar hebben we lang zitten wachten tot er een boot voorbijdreef – hadden we indertijd zelf maar een boot gekocht in plaats van dat hele brede breedbeeldtelevisiescherm, dan zaten we nou met onze baby in een boot, nu zitten we niet eens met onze baby voor de TV, want de TV is inmiddels verdronken – ik denk eigenlijk dat er voor ons niets anders opzit dan te wachten op een helikopter – van de overheid – een helikopter dus van onze belastingcenten. kunnen we eindelijk eens zien dat er iets goeds mee wordt gedaan, met onze belastingcenten, als we boven het water bungelen, in de vliegmachien worden gehesen met onze baby, waarna we een nieuw leven gaan beginnen achter andere dijken, een nieuw leven waarin we iedere dag een zak met zand zullen vullen en ergens neerleggen, een nieuw leven waarin we nooit meer op een partij zullen stemmen die niet luid en duidelijk dijkt.
Over welk nieuws gaat dit?
Over de auteur
Sylvia Hubers
Sylvia Hubers schrijft gedichten, prozagedichten en kort absurdistisch proza. Ze publiceerde zes dichtbundels en onlangs verscheen bij Prometheus haar eerste bundel microproza Hier moet ik ingrijpen. Ze leest geregeld voor en maakt deel uit van De Vorlesebühne, een groep schrijvers die kort vreemd proza op het podium brengt.
Ook van deze auteur
door Sylvia Hubers
Sssst…
2 Minute Read
door Sylvia Hubers
Spaart water
2 Minute Read
door Sylvia Hubers
Gemist worden
2 Minute Read