Vannacht sliep ik met een man die overdag schoonmaakt in het ziekenhuis en ’s avonds een of andere bèta-studie doet waarmee hij hoopt ooit zijn grote droom te kunnen realiseren: op wereldtournee met een levensecht hologram van GG Allin.
De seks was precies zoals je zou verwachten. Of nee. Zo erg was het ook weer niet.
’s Ochtends werd ik wakker met een mond zo droog dat ik mijn tong nauwelijks van mijn gehemelte kreeg. De man sliep erg vast. Hij lag plat op zijn rug met zijn armen langs zijn lijf en had dunne, kleurloze lippen. Ik besloot hem te laten slapen, stond op, trok mijn kleren aan, pakte mijn tas en liep zo stil mogelijk de trap af.
Voordat ik vertrok wilde ik eerst water drinken. Ik opende een paar deuren in de hal voordat ik de keuken vond.
In de keuken stond een oude vrouw in een enorme pan te roeren. Ze droeg een gebloemd schort, geen bescheiden lapje stof tegen het spetteren, maar een robuust kledingstuk met brede banden die op haar rug vastgeknoopt zaten. Een jurk was het haast.
Ik wilde de deur weer sluiten, dan maar geen water, maar de vrouw zei ‘kom binnen’ en het voelde alsof ik geen keuze had.
De muren van de keuken waren bedekt met bruine tegels. Ik nam plaats op een krakende stoel aan het kleine tafeltje dat bij het raam stond. Achter me hoorde ik een klok luid tikken.
‘Eitje?’ vroeg de vrouw.
Ik knikte.
‘Mag ik misschien wat drinken?’ vroeg ik. Mijn stem was klein.
De vrouw pakte de pot thee die op het aanrecht stond en schonk me een glas in. Ik nam een slok. Bitter en ijskoud.
‘Dus jij bent de vriendin van Alex,’ zei de vrouw. Ze was grijs en schuifelde in kleine pasjes door de keuken. Brak eieren boven een pan, roerde, pakte smoezelige potten uit kastjes, doorzocht lades. De vrouw was oud. Tachtig. Negentig misschien.
Ik zweeg.
‘Alex heeft me niets over je verteld. Het werd tijd dat hij iemand ontmoette. Kennen jullie elkaar al lang?’
‘Ik…’
Mijn hoofd bonkte.
‘Wacht even,’ zei de vrouw. ‘Ik moet het ei omdraaien.’
Terwijl ze met de spatel en de pan bezig was, haalde ze luidruchtig haar neus op.
‘Heb jij een huis?’ vroeg de vrouw. ‘Het wordt nodig tijd dat Alex eens een eigen plek vindt.’
Ze zette een groen bord voor me neer, met daarop het ei dat besmeerd was met een klonterige rode saus.
De klok sloeg elf keer. Elke slag deed pijn aan mijn hoofd.
‘Dank u,’ zei ik toen de klok uitgeslagen was. ‘Ik geloof dat ik zo naar huis moet.’
Het gezicht van de vrouw betrok.
Ik sneed een klein stuk van het ei af, stak het in mijn mond, maar kreeg het niet doorgeslikt. Ik glimlachte naar de vrouw, zei dat ik even naar de wc moest.