Dit is waar ik mijn oor altijd tegen de muur druk. En dan daar. En vervolgens op de vloer voor de drempel. Als het geluid van schuin onder komt dan kun je ook denken dat het de benedenburen zijn, of die direct hiernaast. Het is belangrijk om te weten wie het zijn. Je kunt niet zomaar op alle muren bonzen.
Sinds de lockdown is alles erger.
Als ik de film bij de onderbuurman kan horen, stamp ik op de vloer, dan roept hij na een tijd: ‘hou op!’
Soms ga ik in het portiek luisteren bij de deuren om te kijken waar het precies vandaan komt, op andere momenten loop ik naar buiten, maar dat helpt niet echt, het gaat vooral via de muren.
Als je de buren krijgt die je verdient, dan ben ik een slecht mens.
Het kan van alle kanten komen. Een ouder die zeker een minuut lang schreeuwt tegen een huilend kind, ik weet nog steeds niet precies in welke woning. Je moet de kinderbescherming dan bellen, maar het voelt als een op mij gerichte aanval. Ik ben bang voor de geluiden die mijn huis binnendringen. Een half uur later spelen ze samen en het kind gilt van het lachen.
De onderbuurman had laatst twee weken lang logés. Tijdens corona. Iedere ochtend tussen negen en tien had hij ruzie met ze. Het was lastig om alles goed te verstaan.
Hoe hard mag je schreeuwen naar overburen die na twaalven voor overlast zorgen? Zet ik dan mijn raam open en hoe hard en welke woorden… Soms krab ik me terwijl ik geen jeuk heb.
Had ik de kinderbescherming toch moeten bellen? Misschien ben ik een slecht mens en verdien ik mijn buren.
Het helpt nog niet dat de kroegen weer open zijn. Vorige week gaven mensen op de kop van het blok een feest, het geluid kwam via de voor- en achterkant mijn huis binnen. Tot drie uur sleepte ik mijn matras van kamer naar kamer.