Ik weet niet waar het begon. Ik was in een platenzaak die me deed denken aan mijn platenzaak van vroeger. Ik was er om een bandshirt te kopen voor een jarig zoontje van een vriend en alleen al dat bladeren door dat rek met die T-shirts van bands die door de jaren heen nooit veranderen in die geur van oude loeiende stofzuigers met nooit vervangen luchtfilters. Het was die geur, ja. Het rook er precies zoals het album Betty van Helmet klinkt. Of …And Justice for All van Metallica. De hoes van die laatste staat toevallig ook gedrukt op het enige shirt dat ze hebben in de maat van de jarige job. Ook weer toevallig mijn eerste bandshirtje, alleen was dat destijds juist twee maten te groot en-
Stop. Ik weet dus bij nader inzien wel waar het begon, namelijk daar. Ik weet alleen niet wat. Er werd iets omgeduwd door die geur, of door die bandshirts, of door Betty van Helmet, een plaat waar ik al een eeuw niet aan gedacht had met die goede hoes met dat meisje in die witte jurk in dat grasveld die op een bepaalde manier doet denken aan Meisje met Zonnehoed van Jo Koster dat in Singer in Laren hangt en wat zo goed is omdat – zoals bij alle goede portretten – de geportretteerde niet én wel geportretteerd wil worden en-
Met Dodenherdenking denk ik meestal aan een tiener uit Nieuw-Zeeland die helemaal aan de andere kant van de wereld boven off all places Nederland uit de lucht geschoten is en ligt begraven op het militaire gedeelte van de begraafplaats hier verderop. Ik heb daar geen reden voor, dat gaat vanzelf. Maar dit keer – we stonden om 8 uur met een paar honderd man twee minuten stil te wezen voor de ingang van een concertzaal waar het kaartjes scannen even was stilgelegd – dacht ik aan al die meningen van columnisten en dat het zo knap is dat ze altijd zo stellig van die coherente dingen vinden met als resultaat dat ik aan hen denk wat ergens ook grappig is, grappiger in elk geval dan als tiener aan de andere kant van de wereld uit de lucht worden geschoten.
En heel even was het – wat het ook was – weg.
Het kwam weer terug toen de vriend waarmee ik daar was – toevallig ook de vader van de jarige job met het bandshirt – in de rij voor de merchandise van de band ging staan. De rij was zo lang dat hij de volgende dag in de recensie in de krant werd besproken, een woord waarvan ik al sinds mijn jeugd iedere keer moet opzoeken hoe je het spelt, recensie dus, en-