Het eerste blad is een brief van het incassobureau.
Het derde blad is een kaart die je kleinkinderen niet sturen.
Het elfde blad is een gekkengetal.
Het negenentachtigste blad is een klaplong.
Blad tweehonderddrie tot en met driehonderdelf zijn eieren die niet het juiste aantal minuten gekookt zijn.
Ze blijven maar vallen, je staat achter het raam en je ziet ze vallen.
Blad twaalfhonderd (precies) is een kapotte knie.
Blad vijvenvijftighonderdrieëntwintig is een overleden broer.
Blad dertienduizend zeshonderdenvier, of -vijf, is de gemeente die je in de steek laat.
De tussenliggende bladeren zijn al die kleine dingen die de wereld hebben gemaakt tot wat ze nu is.
Nergens een blad om tranen mee te drogen.
Je kunt ze opvegen, om ze niet langer te zien. Vuilniszakken vol kun je in de container gooien.
Dat moet je zelf doen, niemand anders wil je bladeren opruimen. Maar het laatste blad van de herfst is dat dit volgend jaar weer gebeurt.
Blad twaalfhonderd (precies) is dan weer een kapotte knie en dertien een ongeluksgetal. En ook zijn het dan meer bladeren dan dit jaar. Maar nergens een blad dat de jaren achteruit laat lopen.