Ik heb een oud apparaat om chocola mee te maken. Daar stop ik een mal in voor honderd tabletten. Ik doe er geen chocola in, maar kinine, cafeïne, en veel amfetamine. Weet niet wat voor soort precies; het is maar wat er voorbij komt. Ik verkoop het als Captagon. Aan Isis.
*
We staan stijf. We zijn onoverwinnelijk. Ik en mijn makkers in een auto vol napalm.
Er zijn checkpoints. De militairen gebruiken bomdetectors: een handgreep om een kokertje heen dat kan draaien. Er zit een uitschuifbare antenne op.
Iedereen laat ons door.
*
Ik moet even iets doen. Mijn vrienden letten op mijn winkel en mijn zoontje.
De straten zijn vol. Ik wring me door de massa.
Als ik terugkom is mijn winkel weg. Een zwarte doos.
*
Ik zit alweer zo’n drie jaar in de gevangenis. Tien jaar gekregen.
Ik had een handeltje in bomdetectors. Neppers natuurlijk. Opgepompte wichelroedes.
Mijn beste deal was wel met Irak. Ze gebruiken ze daar nog steeds.