Hij heeft een extra trui aangetrokken, want het is nog kouder dan anders in november. Hij inhaleert diep, met de rook trekt de vrieskou naar binnen. Hij rilt. Hij moet stoppen met roken, voor zijn kinderen, voor Maria. Na de operatie. De gedachte aan de operatie zorgt, naast een opleving van de pijn in zijn onderrug, ook voor de gebruikelijke angstvlaag in zijn borst. Hij weet wel dat hij al oud is voor een danser. Nog een paar jaar, dat is alles wat hij vraagt.
Binnen klinkt gelach. Maria’s stem komt boven die van hun vrienden uit. Straks zal ze het dessert opdienen, de taart die ze met het hele gezin hebben gebakken. Hij glimlacht bij de herinnering aan hoe de negenjarige Alyeshka zijn kleine zusje probeerde rond te commanderen en hoe zij eigenlijk vooral interesse had voor het uitlikken van de beslagkom. Hij koestert de momenten dat het ze lukt om de wereld buiten te sluiten.
Hij kijkt over de balkonrand. Op de straat, vijf verdiepingen onder hun appartement, heeft een laagje sneeuw hoedjes gemaakt op auto’s en lantarenpalen. Het is stil, zacht en ogenschijnlijk vredig. Even misleidend als zijn vak, met zijn schijnbaar moeiteloze grand battements, deboullees en elevées. De pers noemt hem ‘the spoiled child of Destiny’, voorbestemd om iets groots en uitzonderlijks te bereiken. Maar dat grote, dat uitzonderlijke, dat ligt twee ramen verderop te slapen. Al het andere is bijzaak. Hij heeft geen spijt van het bericht dat hij destijds op Facebook plaatste. Maar het is goed dat Maria hem vroeg het weg te halen.
Het is het onverwachte ervan dat hem uit balans brengt. De duw doet hem omklappen, over de balustrade heen. In de snelheid zoekt hij naar een punt om op te focussen en zijn evenwicht te hervinden, de noodzakelijk aanpassingen te doen in de uitlijning van zijn lichaam. Maar de onzichtbare ander tilt zijn voeten op en over de rand. De choreografie is rommelig, de ander heeft deze pas de deux kunnen instuderen, maar hij moet improviseren. Het gelach van zijn vrienden rond de eettafel maakt plaats voor suizen. Hij zoekt naar het momentum om de oncontroleerbare afdaling kracht en richting te geven, strekt zijn benen in een grand jeté, zijn armen uitgestrekt om de beweging te begeleiden. Hij is gewichtloos, een mistflard. Maakt een draai, zijn armen in eerste positie, zijn voeten naar onder, zijn hoofd omhoog naar de vreedzame lucht die hij openlijk wenste aan het begin van de oorlog. Hij landt op zijn benen, in plié, in de sneeuw op de stoep. Diep van binnen klinkt een daverend applaus. Geef hem nog een paar jaar, dat is alles wat hij vraagt.