Om God te dienen en daarmee hier en in het hiernamaals gelukkig te zijn. Zo hebben mijn man en ik het allebei geleerd, als kind. Dat was het juiste antwoord op de vraag bij de catechismus: Waartoe zijn wij op aarde? Ik ben veel van die kerkleer vergeten maar dat heb ik onthouden.
Toen Frans en ik elkaar ontmoetten bij de vredestuinders, was dat idee een van de eerste dingen die sneuvelden. Als het je enkel te doen is om je eigen plekje in het hiernamaals, dan ben je nog steeds egoïstisch bezig.
Oprecht het goede doen, en niet uiteindelijk voor jezelf het goede doen, daar ging het om. En daar gaat het wat mij betreft nog steeds om. Mijn man is cynischer geworden, zeg maar gerust opstandiger, maar ik zeg ook nu: het goede om het goede. Althans, dat probeer ik, ook na het fiasco met de bijenkasten.
Frans ontwikkelt zich in een andere richting. Hij schopt tegenwoordig kliko’s omver. Iedere dag gaat hij het woonerf op en dan zie je al onze buren de straat op stuiven, snel hun bakken de garages in trekken voordat ze hun stinkende compost van de straat moeten schrapen.
En als er iets in zit wat er niet in hoort, dan zijn de rapen gaar. Sinaasappelschillen bijvoorbeeld, die mogen natuurlijk niet bij het groente-afval, die propt-ie doodleuk door de brievenbus bij de overtredende partij. Hier heb je je sinaasappelschillen terug. Lesje geleerd? Geen dank!
En dat is nog niet eens het ergste; het ergste zijn de dreigementen dat hij het niet bij kliko’s zal houden. Dit is nog maar het begin, zegt hij. Er schijnt een filosoof te bestaan, heeft-ie ontdekt, die beweert dat je om echt goed bezig te zijn, juist een beetje slecht moet zijn. Nou, je begrijpt, dat zet ons leven helemaal op zijn kop.
Toen we het ontdekten, van die volkeren, en dat die weer andere volkeren wegdrukten, dat we in feite de vrije, wilde dieren aan het verjagen waren, toen knapte er iets bij hem. Ik zie hem nog met een rood hoofd in de tuin staan, terwijl hij schreeuwend de kasten ontmantelt.
De meeste dieren zijn weggevlogen, en ik hoop maar dat ze het redden. Dat ze zich aanpassen en mengen met de anderen. En hopelijk kan Frans de ommezwaai nog maken en met mij blijven voortgaan op het pad van het goede om het goede. Bloemen zaaien, dat schijnt wél nuttig te zijn. Ik heb wat extra veldbloemen gezaaid, ook al is het daarvoor eigenlijk te laat in het jaar.