Wie op kraamvisite gaat ziet het leven
gaat waar het gaan kan, als water
tussen scheuren in beton
Terwijl je beschuit met muisjes eet wil je
vragen – maar bosbranden maar oorlog
maar noodpakket maar woningmarkt
maar kapitalisme maar – de enige vraag
die je mond verlaat is: waren jullie het snel eens
over de naam
Wat zullen ze later zeggen, deze eenzame
generatie, tegen de klippen op geboren
aan een navelstreng van crisis
in een baarmoederwereld in lichterlaaie?
Welk verhaal kunnen we hun vertellen
anders dan dat het zachtste plekje van honden
en van mensen bij de aanzet van de oren zit
Dat je door een vleestomaat of nectarine
onder je neus te houden naar Frankrijk reist
Het kind draait het hoofdje, zoekt vragend
met smakkende mond de tepel van de vader
Je weet maar nooit, melk komt soms
uit de meest onverwachte bronnen