Het gemeentehuis van Geldermalsen was ooit een boerderij met aangrenzende schuur, nu is het een gebouw van statuur. De opstaande raampartijen aan de voorkant van het pand ogen chique. Burgerzaken bestaat uit roestvrijstalen bureaus waarachter vriendelijke mevrouwen zitten, het is er licht en modern, in vitrines worden kunstwerken van lokale kunstenaars getoond; deze maand zijn dat de keramieken potten van mevr. Groenendaal, de aquarellen van mevr. Bakker (die tevens exposeert in buurcentrum Het terras) en de gedichten van dhr. De Ruiter.
Je zou dus kunnen zeggen dat het gemeentehuis een aangename plek is, zowel voor de inwoners van Geldermalsen als voor hen die er werkzaam zijn. De vergaderruimten zijn vorig jaar flink onder handen genomen en de koffie is gemaakt van echte koffiebonen. Over het algemeen zijn de collega’s prettig te noemen – integere mensen die hart hebben voor het reilen en zeilen van het dorp. Misschien is de kenmerkende sfeer (die zich trouwens niet beperkt tot het gemeentehuis, nee, Geldermalsenaren ervaren in totaliteit een bijzonder gevoel van saamhorigheid) in beginsel te danken aan de rijke geschiedenis van de gemeente. Noem het herkomst. Primitief misschien, onaardig gezegd – maar vragen als: ‘Waar kom je vandaan?’ en ‘Zijn de aardappels al gerooid?’ vormen de pijlers van dit dorp, ze houden de waarden van het traditionele, boerse leven in stand.
Het is woensdagnacht 23 december 2015. Burgemeester Miranda de Vries zit vastgebonden in haar bureaustoel, met haar kuiten aan de stoelpoot. Bril is stukgeslagen. Op haar mond is tape geplakt en haar polsen zijn vastgemaakt aan de karakteristieke houten balk boven haar hoofd.
‘MIRANDA EXIT!’ wordt er geroepen. Op de keel van mevrouw De Vries drukt een hooivork.
Flink zijn. Niet toegeven. Ze denkt aan de kerstdagen die ze zal doorbrengen met beide families, die van haar en van haar man. Ze was van plan varkensschouder klaar te maken omdat haar kinderen daar zo van houden.
‘MIRANDA EXIT! MIRANDA EXIT!’ De tanden van de hooivork drukken in haar vlees. Zonder bril ziet ze weinig, onscherpe schaduwen die over haar heen hangen en naar paardenpis ruiken. Ze moet flink zijn, niet toegeven aan de angstgevoelens van een enkeling maar ze is zelf bang, nog nooit zo bang geweest, bang als een meisje.
‘GELDERMALSEN ZEGT NEE!’ De hooivork schiet van haar keel in haar voet. Een fonkelende pijn verspreidt zich door haar lichaam. De pijn van een verbrijzeld lichaamsdeel is mevrouw De Vries onbekend, ze wil schreeuwen maar er komt niets. Ze ziet bloed en bot. Op het dressoir staan flessen drank, jenever, rum, de belagers van mevrouw De Vries gieten zich vol. De hooivork wordt uit haar voet getrokken en weer op haar keel gezet. De kamer begint te tollen.
‘MIRANDA EXIT! MIRANDA EXIT! MIRANDA EXIT!’ roepen ze. Voorspellingen over de situatie in het land. Onheilspellende woorden over eer, vernietiging van volk en vaderland. Mevrouw De Vries begint te huilen, eerst zacht maar daarna steeds harder. Ze wilde goeddoen maar ze wil niet dood. Als het een zaak van leven en dood is, wie is zij dan? Wie kan zij zijn?