‘Willy, we moeten iets doen!’ Geertruida slaat met haar vuist op tafel, heeft er meteen spijt van, legt haar handen weer in haar schoot en wrijft over haar pijnlijke pols.
Wilhelmina knikt, een mix van toestemming en Parkinson. ‘We kunnen hier niet blijven zitten totdat we doodgaan, zoals de anderen.’
Ze kijken om zich heen. Wilhelmina neemt de overige bewoners in zich op die net als zij aan de decafé zitten, Geertruida ziet nog waziger dan normaal, ze heeft per ongeluk haar oude bril gepakt vanochtend. Wat maakt het uit, dacht ze, er valt toch niets te zien hier.
‘Waar zullen we beginnen, Geertje? Gaza? Klimaat? En we wilden ook iets hieraan doen.’ Wilhelmina wijst met een trillende vinger naar haar kop koffie. ‘Dit spul is niet te zuipen.’
‘Gaza,’ zegt Geertruida zonder te aarzelen.
‘Waarom-’
‘Gewoon. We moeten ergens beginnen. Dat betekent niet dat we de rest niet ook nog kunnen doen. Vandaag Gaza, morgen klimaat. Overmorgen koffie.’
Wilhelmina knikt weer. ‘Wat hebben we nodig? Spandoeken, vlaggen, megafoon, stok-’
‘Geen wapens, Willy, het wordt een vreedzame actie.’
‘Om te lopen, bedoel ik.’
‘En je rollator dan?’
Wilhelmina schudt haar hoofd. ‘Het rechtervoorwiel zit zo vaak klem de laatste tijd. Wat als we weg moeten rennen van de politie? En een stok is altijd handig.’ Ze maakt wilde handgebaren, als in een zwaardvecht, stoot haar volle koffiekop om. Sommigen hebben het gezien, er ontstaat onrust aan tafel. Koffie druppelt van het tafelblad in Wilhelmina’s schoot. Ze zet het kopje weer rechtop en knikt (Parkinson).
‘En gereedschap,’ voegt Geertruida toe.
Wilhelmina kijkt haar vragend aan. Geertruida denkt dat ze het niet goed heeft gehoord, bij Wilhelmina weet je dat nooit zeker.
‘Ge-reed-schap,’ herhaalt ze harder. ‘Misschien moeten we toch iets stuk maken. Geen vernieling maar een statement. Om onze boodschap kracht bij te zetten. ’
Wilhelmina knikt (toestemming).
‘Ach, dames, wat is er hier gebeurd?’ De stem van Robin, de nieuwe verpleegkundige assistent, wiens naam iedereen alweer kwijt is. Hij neemt de tafel af met een doekje, doet alsof hij niet ziet dat Wilhelmina’s broek en blouse doorweekt zijn van de koffie, daar heeft hij nu geen tijd voor. ‘Wilt u nieuwe koffie?’
‘Dat spul is niet te zuipen.’ Wilhelmina kijkt om zich heen op zoek naar bijval.
‘Shht, Willy, dat met de koffie doen we later. Eerst Gaza,’ fluistert Geertruida en legt haar hand voor een moment op Wilhelmina’s natte bovenbeen.
Wilhelmina heeft niets gehoord, het was veel te zacht.
‘Doet u straks ook gezellig mee met de bingo?’ vraagt Robin om van onderwerp te wisselen, hij heeft geen zin in gemopper.
‘Nee,’ roepen Wilhelmina en Geertruida, ‘we moeten iets doen.’
Over welk nieuws gaat dit?