Vandaag koopt ze nieuwe raw denim. Een spijkerbroek. Ze trekt haar oude raw Japanese denim aan, de broek die ze 5 jaar geleden kocht in dezelfde winkel. De Rode Winkel, sinds 1837. De winkel met vrolijke jonge mannen in donkere spijkerbroeken. Van wie ze 5 jaar geleden leerde dat het een lifestyle is, een stugge donkerblauwe spijkerbroek dragen. De eredivisie van jeansland. Dat je de pijpen een stukje oprolt zodat je de zelfkant van de stof kunt zien. Dat je ze zelf moet bleken, met je lichaam, met je leven. Door je telefoon altijd in dezelfde zak te doen. Door de broek nóóit te wassen, of hooguit ermee de zee in te lopen. De plooien maken bleke strepen in de stof, en is een Engelse term voor het plooienpatroon in de knieholte en een voor de grote strepen in de liezen. Haar raw denim is geen nette broek meer voor naar het werk, het is nu een zachte tweede huid met gaten en littekens. Iets te veel gaten.
Het is vrijdagochtend, de jongens zijn weer vrolijk en jong. Ze dragen weer stugge donkere broeken, wat wijder dan 5 jaar geleden. Ze bekijken haar broek. Wat heeft u hem mooi gedragen, zeggen ze. Hoe vaak heeft u hem gewassen, vragen ze. Ze zeggen nice, sick en lauw, ze gaan op zoek naar een nieuwe broek en ze voelt zich warm van binnen. Ze is 50. Vanmorgen was er nog een opvlieger. ze heeft een zachte oudevrouwenbuik, haar ex wil liever geen contact meer, haar kind ook niet, haar moeder is dood. Haar moeder die op Juliana leek, zelfde grijze permanentje, zelfde bloemetjesjurk. Vanaf haar 40e bejaard.
Deze jongens, ze halen koffie voor haar, ze kijken haar vrolijk aan, ze mag in hun community. Ze zeggen, je moet deze broek niet weggooien. Ze belooft het. Later heeft ze spijt, ze had haar broek kunnen schenken. De broek die nice, sick en uniek werd door alleen maar een beetje te leven.
Ze koopt een nieuwe stugge donkere broek. De beste van de winkel, zeggen de jongens, de laatste. 400 euro. Ze belooft de jongens om over 5 jaar terug te komen en te tonen hoe sick ze de broek heeft geleefd. Ze heeft haar vuist al klaar voor een passend afscheid. Hé man, wil ze erbij roepen. Maar hij geeft haar het tasje, knikt en glimlacht. Tot ziens mevrouw. Dan staat ze buiten.