Microfoons. Winderige weilanden. Een stropdas fladdert. Iemand loopt voorop. Iemand anders schudt weer iemand anders een hand. Laarzen. Modder. Ze gebaren naar de aarde alsof daar iets is. Maar het is overal. Het is nergens. In de verte staat een huis met een caravan ernaast. Daar woont een gezin dat wacht.
‘De afgelopen jaren voltrok zich een langzame, schotelvormige bodemdaling boven het Groningen-gasveld.’
Een microfoon. De voorzitter verzoekt om stilte. Blauwe stoelen glanzen in het lamplicht. ‘Genoeg is genoeg,’ huilt een vrouw die normaal gesproken heel professioneel is. ‘Dank u,’ zegt de voorzitter, ‘u heeft uw punt gemaakt.’ Boegeroep vanaf de tribune. Spandoeken worden opgerold. Koffiepauze. Er zijn gevulde koeken vandaag.
‘Een schadefonds en een nieuw schadeprotocol zijn in voorbereiding. De regering realiseert zich dat de grote zorgen van de mensen die wonen in het aardbevingsgebied in Groningen niet zomaar zijn weggenomen.’
Tractoren rollen Den Haag binnen.
‘Er is een nieuwe Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen in het leven geroepen.’
Papieren liggen op stapels op een bureau. Alinea’s worden aangepast. Printers spugen plannen uit en overwegingen. Zaken worden besloten en teruggedraaid. Reparaties. Wat uit elkaar gevallen is, moet geheeld. Wat afgenomen is, moet worden teruggegeven. Krakend en piepend begint de machinerie te werken.
‘Een deel van gerepareerde scheuren in huizen in het aardbevingsgebied is niet bestand tegen nieuwe aardbevingen. Ze barsten opnieuw open. Dat blijkt uit een onderzoek van TNO.’
Iedereen is het erover eens. Er is overeenstemming bereikt. Paraplu’s klappen open. Werkbezoeken vinden niet aflatend plaats. De kraan staat nog open. Het moet gefaseerd. Het heeft niets met belangen te maken. Het ligt allemaal uiterst gecompliceerd en dat zou men toch moeten begrijpen.
‘Door de poging te komen tot versnelling ligt het versterken compleet stil. Mensen weten nog niet waar ze aan toe zijn maar daar gaat binnen niet afzienbare tijd verandering in komen.’
Het wordt straks weer kerst. De derde in de caravan. De vader doet de afwas. Hij stoot zijn hoofd. Hij stoot vaak zijn hoofd want het dak is te laag voor de vader. Voor de moeder ook, al is ze kleiner dan hij. De kinderen hebben buiten gespeeld. Ze rennen naar binnen, de caravan gaat heen en weer. Goddank hebben ze geen tv meer en doet internet het hier zelden. Dan zouden ze nu horen dat schade tot in de eeuwigheid wordt vergoed en hersteld. En dat weten ze. Al heel lang.