In een bepaalde periode wilde ik astronaut worden. Ik was 98 cm lang en de meeste dingen leken haalbaar. Een raket zou ik hebben, met ronde raampjes en groen van kleur. Mijn koffer zou ik pakken. Een overal zou ik dragen, oranje van kleur. Ik had bij het grofvuil al iets ronds van plastic gevonden dat ik als helm kon gebruiken. Destijds begreep ik bijna alles. Ik was gelukkig.
Nu ben ik 178 cm lang en weet ik het gros van de ruimtevluchten onbemand, een teleurstelling die ik nooit helemaal te boven ben gekomen.
De afgelopen 5 jaar is er niemand onderweg geweest naar Jupiter. Niemand komt morgenochtend aan. Niemand zal 37 rondjes om de gasreus maken in 20 maanden. Niemand zal niet landen, niemand maakt spectaculaire foto’s van het wolkendek.
De mensen van de NASA zullen wel weten wat ze doen. Ik begrijp van bijna alles steeds minder dus ik bemoei me nergens mee, maar de afgelopen 5 jaar had ik niet zoveel bijzonders te doen.