De deur gaat open; een stem zegt: ‘Five minutes, Madam Prime Minister.’ Voordat Theresa kan reageren is de deur alweer gesloten.
Ze kijkt naar haar uitgebluste spiegelbeeld. Haar ogen zijn donkere gaten in een flets gezicht. Haar wangen staan strak om de botten. Haar lippen zijn dun en bleek. En vandaag, juist vandaag, staat Marjorie – God’s own makeup artist – met panne langs de snelweg. Ook vandaag staat ze overal alleen voor.
Uit een klein, glanzend, donkergroen tasje van Harrods haalt ze lippenstift, foundation, zwarte oogschaduw en een juwelendoosje. Ze legt ze op een rijtje voor zich neer.
Het is een wanhoopsoffensief, dat ze alleen met Philip heeft besproken. Vroeger overlegde ze met adviseurs, maar ze kan niemand meer vertrouwen. Al meer dan eens wisten Boris of Jacob dingen die ze eigenlijk niet kónden weten. Aan Philip heeft ze weinig, maar misschien is hij, in dit perfide Albion, de laatste op wie ze kan bouwen.
Bepaald enthousiast was hij niet over haar plannen, bedenkt ze, terwijl ze met foundation haar wangen nog bleker maakt dan ze al zijn. Maar ze zei dat ze geen andere opties had. Ze sprak over een nieuwe boeg, een laatste kans, verse inzichten van het vasteland. Ze zei dat het elders tot goede uitslagen had geleid en dat de mensen in zware tijden behoefte hebben aan humor en ontspanning. Toen de twijfel niet uit zijn ogen verdween, zei ze: ‘Al het andere heb ik al geprobeerd, dat weet je. Weet jij dan iets beters?’
Ze verft haar lippen. Gelukkig staat rood me goed, denkt ze. Ze bekijkt zichzelf in de spiegel en haalt het kwastje nogmaals langs haar mond. Niet te zuinig, denkt ze. Oorlogskleuren.
Er wordt geklopt. ‘Madam Prime Minister, it’s time,’ zegt de stem door de deur heen. Oneindig beleefd, oneindig afstandelijk.
Het is zover. Misschien de laatste belangrijke avond van haar leven. Ze keurt haar spiegelbeeld. Hier en daar een slordigheidje, maar dat moet dan maar. Ze grimast een paar keer, trekt wat gekke bekken.
Ze pakt het juwelendoosje. In gouden letters staat er Harrods op. Ze maakt het open: in het groene pluche ligt de clownsneus. Behoedzaam haalt ze hem los en klemt hem op haar neus.
Nog een laatste blik in de spiegel, dan staat ze op en loopt ze weg, de journalisten, camera’s, partijgenoten tegemoet.