Als 14-jarig jochie werd ik gescout voor Ajax. De trainer zei: ‘Jij bent een rechtsbuiten in de traditie van Sjaak Swart en Tscheu la Ling. Aan jou gaan we hier nog een hoop plezier beleven.’
‘Net als Finidi George?’ vroeg ik gretig.
‘Net als Finidi,’ zei de trainer.
Trots trok ik het rood-wit over mijn schouders en speelde mijn wedstrijdjes in de vertegenwoordigende jeugdelftallen. Drie jaar later zei de trainer: ‘Ik zie in jou de ideale rechtsback. Wist je dat er bij Ajax veel verdedigers als aanvaller zijn begonnen?’
‘Zoals Michael Reiziger?’ vroeg ik hoopvol.
‘Zoals Reiziger,’ zei de trainer.
Ik werd geselecteerd voor Nederland onder de 16. Niet veel later kreeg ik in Amsterdam een eenjarig contract, volgens mijn agent was het goed mijn opties open te houden. Ik speelde voor Jong Ajax in de Jupiler League, het ging best goed, maar halverwege het seizoen was er een mindere wedstrijd tegen de Graafschap. In de 57e minuut maakte ik een nuttige overtreding in de eigen zestien, al zag de scheidsrechter dat anders. Ik kreeg rood en de ploeg een penalty tegen. We verloren de wedstrijd met 2-1.
‘Dit mag nooit meer gebeuren,’ zei de trainer na afloop. ‘Hier móet je van leren.’
‘Net als Rijkaard tegen Duitsland in 1990?’ vroeg ik met tranen in mijn ogen.
Maar de trainer antwoordde niet meer. Aan het einde van het seizoen las ik op de officiële website van de club dat mijn contract niet werd verlengd.
Die zomer vertrok ik transfervrij naar RKC waar ik door blessures slechts een handjevol wedstrijden speelde. Voor het Nederlands elftal werd ik ook niet meer geselecteerd. Wel kreeg ik een uitnodiging voor het elftal van Curaçao. Ik twijfelde, maar mijn agent haalde me over omdat er volgens hem muziek in die ploeg zou zitten. Daar bleek hij achteraf alleen mee te bedoelen dat veel spelers naast het voetballen ook een instrument bespeelden.
Dit seizoen speel ik voor Atlantis F.C, een laagvlieger in de derde divisie van Finland. Volgens mijn agent had ik behoefte aan een frisse start. ‘En waar kan dat beter dan in Scandinavië,’ zei hij terwijl hij mij op het vliegtuig zette.