“En voor de toestand op de weg schakelen we rechtstreeks met de ANWB. Coen, jij hebt slecht nieuws?”
“Goedemorgen Giel. Ik heb inderdaad slecht nieuws voor de mensen die via de A28 naar het noorden moeten. Door een gekantelde vrachtwagen staat er elf kilometer stilstaand verkeer. Reizigers richting het noorden adviseer ik om te rijden via de A27.”
Coen Ruys is één meter achtenzeventig en haalt daarmee de gemiddelde lengte van de Nederlandse man met drie centimeter naar beneden. Hij was een middelmatige leerling, haalde zijn havodiploma met wat moeite en mocht van geluk spreken dat hij werd toegelaten op de School voor Journalistiek. Tussen de ambitieuze journalisten in wording viel hij niet op. Zijn sfeerverslagen waren saai en zijn nieuwsberichten lazen hoekig en onaf.
Toen hij bij de ANWB ging werken viel hij aanvankelijk niet op. Bij de eerste kennismaking met zijn collega’s vertelde hij over zijn gezin en zijn Vinex-woning in Vleuten, maar hij merkte direct dat zijn woorden de kracht misten om een blijvende indruk te maken.
Pas toen hij zichzelf zijn verhaal voor de zesde keer hoorde vertellen, merkte hij dat de eerste verzinsels erin slopen.
“Wij hebben drie alpaca’s thuis.” De verbaasde gezichten van zijn publiek brachten een raar soort spanning teweeg.
“Wisten jullie dat alpaca’s verantwoordelijk zijn voor 30% van de katoenproductie?” Zijn nieuwe collega’s knikten geïnteresseerd zijn kant op. Hij hoefde niet meer bang te zijn dat hij vergeten zou worden. Ze zouden hem dan misschien ‘de man met de alpaca’s’ noemen, maar hij had in ieder geval een identiteit. Pas later, achter zijn bureau, bedacht hij zich dat katoen waarschijnlijk een plantaardig product was.
“En, Coen? Zit er al schot in de zaak?”
“Ik ben bang van niet, Giel. De ANWB adviseert reizigers naar het noorden…”
En net als bij de alpaca’s verzon Coen Ruys nu iedere ochtend een file. Gisteren was er een probleem op de A50 en voor morgen heeft hij plannen met de Afsluitdijk. Door zijn toedoen zullen duizenden mensen hun levensloop in ieder geval één ochtend of namiddag aan moeten passen. Hij controleert de Nederlandse infrastructuur en eindelijk voelt hij zich bovengemiddeld.
“Op de A27 is inmiddels ook een file ontstaan. Hier staat acht kilometer langzaam rijdend en stilstaand verkeer. Reizigers moeten rekenen op een vertraging van twintig minuten.”