De Heer zei tegen Milo: ‘Ik geloof dat ik jullie allemaal iets te koppig heb gemaakt. Jullie zijn vergeten dat ik de Heer ben.’
Toen zette Milo zijn koptelefoon met geluidsonderdrukking terug op zijn hoofd. Hij wist ook wel dat dit niet normaal was, dat hij naar de dokter moest. Dat hij stemmen hoorde, alla, maar dat die stem zichzelf De Heer noemde, ging hem net iets te ver. Bescheidenheid siert de niet-bestaande mens.
Milo ging naar de Farao. Het was de beste shoarmazaak van Sardinië. Hij hing zijn koptelefoon om zijn nek en bestelde een dürüm met döner. ‘Met of zonder pepers?’ vroeg de Farao.
Met, wilde Milo zeggen, maar hij zei: ‘Geloof mij, anders zal ik morgen sprinkhanen in uw land laten komen. Ze zullen het hele land bedekken. Zelfs de grond zal niet meer te zien zijn. Ze zullen alles opeten en alle huizen zullen vol met sprinkhanen zitten. Eenmaal eerder is zoiets gebeurd in de geschiedenis van Egypte, maar nog nooit hier op Sardinië.’ Toen draaide Milo zich om en vertrok.
De Farao riep hem na, dat hij een dürüm met pepers zou rollen – vermoedelijk dacht hij dat Milo zou terugkeren nadat hij had gepind of zo.
Maar Milo kwam niet terug. Hij was alweer thuis. Toen zei de Heer tegen Milo. ‘Strek je hand uit over Sardinië…’ Milo hoefde de Heer niet eens te laten uitspreken, want hij strekte zijn hand al uit om de televisie aan te drukken. Bugs Bunny at een wortel. Milo zapte naar een kanaal met andere konijntjes. ‘Strek je hand, Milo, en er zullen sprinkhanen op Sardinië komen. Ze zullen alles opeten.’ Ja, ja, dacht Milo met zijn eigen stem. Hij keek toe hoe de konijnen hupten. Toen strekte Milo zijn staf uit. En de Heer zorgde ervoor dat er die hele dag en die hele nacht een oostenwind over het eiland waaide. Toen het ochtend werd, bracht de wind sprinkhanen mee.
Overal klote sprinkhanen. Milo sprong op. Het zag er zwart van. Ze zaten in huis, in zijn mond zelfs. Hij stikte zowat. Omdat hij niet kon praten, sprak de Heer tot hem. ‘In sprinkhanen zit relatief veel vet, en ook eiwitten, ijzer en vitamine B. Verwijder wel eerst de vleugels en poten als je ze opeet, want die kunnen voor verstopping in je mensendarmpjes zorgen.’
Zo kwamen er dus sprinkhanen op heel Sardinië. Hele zwermen. Heel onhandig.
De Farao schraapte de shoarma van het spit. Hij drukte een sprinkhaan dood en schoof deze in de bak met tomaatpartjes. Toen Milo bij hem binnen kwam en een dürüm zonder pepers als ontbijt bestelde, drukte de Farao er toch een paar pepers en een sprinkhaan tussen. De sprinkhaan had al zijn poten en vleugels nog. ‘Uw dürüm,’ sprak de Farao. ‘En waag het niet u nog eens te laten zien.’
‘Mij best,’ antwoordde Milo, en hij zette zijn koptelefoon op voordat de Heer zich er weer mee zou bemoeien.
Over welk nieuws gaat dit?