Ik sta in de rij bij de supermarkt. Ik heb een focaccia en een baard van zes dagen, maar die hoef ik gelukkig niet af te rekenen. Voor de kassa staat een meisje dat geen Nederlands kan.
‘Wil je koopzegels?’ vraagt de caissière. Het meisje snapt het niet, het meisje kijkt hulpeloos in het rond. Opeens schreeuwt de man achter haar: ‘If you want sailing coupons! She asks if you want sailing coupons!’ Vertwijfeld stamelt het meisje: ‘Sailing coupons?’
De man draait zich om en kijkt naar mij, zo van: doe jij er eens iets aan. Ik heb alleen een focaccia en een baard van zes dagen, ik wil gewoon afrekenen en naar huis. In mijn beste Engels leg ik uit wat koopzegeltjes zijn, dat je er geen zeilboten voor krijgt.
Achter me hoor ik iemand zeggen: ‘Wat? Kun je sparen voor een gratis zeilboot?’