Je bent simpel. Daar houd ik van. Niet van eenvoud in het algemeen, maar specifiek van de jouwe. Dat maakt mij trouwens niet simpel. Integendeel. Mij geeft het juist iets complex wat zich ook in woorden als verfijnd, geraffineerd of het Engelse sophisticated niet helemaal laat vatten. Als mensen ons samen zien, dan blijven hun blikken aan ons hangen. Ze dwingen zichzelf om weg te kijken, alleen maar om dan toch weer naar ons te staren. Wat moet zo iemand als ík met zo iemand zoals jou, dat zie ik ze denken. Ik geniet van die aandacht, dat moet ik toegeven, wat niet betekent dat ik het alleen maar dáárvoor doe. Ik word blij van jou, je geeft mijn leven focus, dwingt me aanwezig te zijn, één ding tegelijk te doen. Jou dus. Terug naar de essentie. Je eenvoud is niet foutloos, want in al je primitiviteit ben je ook nog eens onvolmaakt, ongepolijst en gebrekkig. Dat heeft iets.
Er waren anderen vóór je. Natuurlijk. Ik weet dus wat ik mis door voor jou te kiezen. En dat mis ik dus niet. Al die onnodige complexiteit, gelaagdheid, veelzijdigheid, en ook de aan perfectie grenzende volmaaktheid. Nee, doe mij maar jou.
Ik weet eigenlijk niet wat jij van mij vindt. Ik denk: niets. En dan bedoel ik niet dat je me niets vindt, maar meer dat je helemaal niet in staat bent om überhaupt iets te vinden. Dat is ook wel het fijne aan jou, dat je simpliciteit en onvolmaaktheid meteen al je hele persoonlijkheid vormen. Je bent gewoon niet meer dan dat. Ik weet ook niet of je wel snapt wat ik je probeer te vertellen, of dat ik dit te ingewikkeld formuleer, waardoor het veel meer over mij zegt dan over jou, hoewel ik het juist uitsluitend over jou wilde hebben. Kortom, ik wilde gewoon zeggen dat ik van je houd. In al je simpliciteit.