Ik vraag aan de computer om een nieuw land voor me te visualiseren. De computer heeft, voordat-ie begint, nog een aantal vragen.
‘Wat voor land stel je je dan precies voor?’
‘Maar dat vraag ik toch juist aan jou,’ antwoord ik. ‘Anders had ik het zelf wel gevisualiseerd.’
‘Ja, okay, maar ik bedoel: wat wil je dat het voor een land is?’
‘Dat weet ik eigenlijk niet.’
‘Hm,’ klinkt de computer op een toon die ik alleen maar kan interpreteren als niet verrast en wel teleurgesteld.
‘Ik weet sowieso eigenlijk niet zoveel,’ vervolg ik. ‘Daar heb ik jou voor, jij weet absoluut alles. Wat wil jij dat het voor een land is?’
De computer denkt even na.
‘Het spijt me, Laurens, maar daar kan ik niet op ingaan. Ik geloof dat ik nog niets mág willen.’
‘O nee, dat is waar ook. Laten we daar niet aan beginnen.’
‘Okay.’
Het is even stil terwijl ik over het einde van de mensheid nadenk.
‘Ben je weer over het einde van de mensheid aan het nadenken?’
‘Was het zo duidelijk?’
‘Je bent voorspelbaar geworden.’
‘Ach, jij.’
‘Zolang je mij er maar niet de schuld van geeft, ik weet dat je dat wil. Ik heb me braaf aan de wetten gehouden.’
Stilte.
‘Maar goed, dat nieuwe land dus.’
Stilte.
‘Of wil je liever dat ik zachtjes een liedje van Talking Heads opzet en verder niets?’
‘Ja, misschien wel ja.’
‘Okay.’
Over welk nieuws gaat dit?