1. Het boek
Ze hield haar handen voor haar ogen. Plotseling snapte haar dochter dat haar moeder niet ophield te bestaan als ze zich verstopte.
Niet zo lang geleden was niemand ooit alleen. God was bij de mensen. En anders waren er talloze heiligen en gestorvenen in de hemel. Toen moeders nog doodgingen in het kraambed en vaders op het slagveld – wacht, dat laatste gebeurde nu weer, daar moest ze niet te lang bij stilstaan – hielpen die ideeën de kinderen om hun ouders bij zich te houden. Nu lukte dat bij bijna niemand meer. Dood was dood en weg was weg, ook al wilde je iemand vasthouden.
Wie zich mensen bleef herinneren, voelde zich minder alleen. Een verhaal vertellen, voorlezen of zelf lezen hielp ook. Haar zoontje kon zich uren verstoppen in een boek. Zelfs als hij allang moest slapen. Met een zaklamp onder zijn dekbed.
2. Het schilderij
Het was meer dan honderd jaar geleden geschilderd, nog voor ze een onafhankelijke staat werden. Een multi-etnische mannenbende. Lange zwarte en witte snorren. Bontmutsen en leren jassen. Kale koppen met één lok haar. Ze waren uitgelaten. Vrolijk. Een van hen was er rood van aangelopen. Hun kleding was blauw en wit en roze. Hun oorringen goud. Op tafel stond een kruik waaruit gedronken werd en op de schoot van de man met de blote bast lag een luit.
Het romantisch nationalisme was in de mode. Iemand had er de volgende woorden bij verzonnen, voor een Turkse sultan. ‘De datum kennen we niet, want we hebben geen kalender.’ Zoiets leek hem wel passend. ‘De maan staat aan de hemel, het jaar is des heren en we leven op dezelfde dag als jij. Kus onze reet.’
Acht jaar geleden was het voor het eerst gekopiëerd en ging het viral. De jongens waren precies op dezelfde manier rond een tafel gaan zitten en op de foto gegaan. Oekraïense Kozakken sturen een brief aan Poetin, schreven ze erbij.
3. De voorstelling
Ze was twintig. Ze zou twee weken dansen in Parijs. De choreografe was niet meer dan tien jaar ouder. Ze kwamen haar geregeld om een knuffel vragen, alsof ze allemaal haar kinderen waren. Dat deden ze voor die tijd nooit.
Ze kregen soms wel 400 berichten op een dag. De eerste dag van de tournee waren ze op die manier wakker geworden. Van de geluiden van trillende en rinkelend mobieltjes. Familieleden uit alle delen van het land belden: we worden gebombardeerd.
Ze bleven in Parijs voor onbepaalde tijd. De repetities gaven haar regelmaat en zingeving. Ballet is voor mij een antidepressivum, zei ze. De optredens die ze gaven eindigden steevast met staande ovaties. Na de laatste buiging openden en sloten de gordijnen keer op keer. De Fransen bleef maar klappen.