Het eerste wat donker wordt zijn de mensen. Hij is het gewend om zichzelf te verhitten tot hij gloeit maar nu het gloeien is gestopt, beweegt hij zich donkerkoud door het huis als inert gas. Het zal niet lang meer duren voor alles verduistert, zelfs in de ijskast zal het donker zijn wanneer hij die opent. Er zal geen leven meer zitten in de apparaten die hem omringen maar tegen dan zal hij zelf te koud zijn om het te merken.
Hij legt een inerte hand op de vrouw naast hem maar hij kan haar niet voelen. Ze zijn even koud geworden, even donker.
Inti zegt dat hij er niets van mist. Niet het zoemen van de ijskast niet het biepen en het trillen van de telefoon. Niet de nood om een woord op te zoeken telkens wanneer het misbegrepen wordt. Quilla haat het zegt ze met wie kan ik nu praten zegt ze en Inti zegt met mij en Quilla zegt nee jij bent saai. Hierop moet Inti lachen waardoor Quilla denkt dat hij toch niet zo saai kan zijn dan nee ze is gewoon knorrig. Praat met mij en luister naar deze stilte zegt Inti. Praat met mij en luister niet naar de stilte van de scholen de zienhuizen het vlees dat rot praat met mij in deze inerte stilte.
‘Het vasteland zit zonder,’ zei zijn dochter. Ze stond voor het raam aan de rand van het eiland en staarde de verte in, over duizend kilometer oceaanwater heen.
‘Zonder wat, mensen? Wetten?’
Ihlah rolde met haar ogen. ‘Vader,’ zei ze.
Zeventien jaar geleden ontdekte hij dat haar moeder zwanger was, hij was toen zelf nog maar zeventien en hoewel hij leraar had willen worden was hij noodgedwongen militair. Hij stelde zich voor dat Ihlah nu zwanger zou worden en keek naar haar silhouet tegen het raam, naar haar rondingen die uitbleven.
‘Zonder stroom,’ zei ze.
Hij dacht aan de wisselstroom op zijn eigen leven. Hij dacht aan de stroom van lava diep in zijn dochter die binnenkort zou uitbarsten.
‘Wij zitten op een eiland in de blauwe leegte maar zij zijn gestrand,’ zei ze.
Ze had de gelaatstrekken van veel te oude culturen, ze zag eruit als iets dat hij niet begreep. Misschien geldt dat voor alle vaders, dacht hij, voor alle vaders en hun dochters.
Terwijl ze naar het gestrande vasteland bleef kijken werd ze voor zijn ogen ouder, ouder, nu er geen stroom meer was, nu er plots zoveel ruimte was, waarin het verleden begon te ademen en hij weer haar leeftijd werd.