Misschien had ze vanmorgen de rolluiken moeten sluiten. Het licht dat door het raam komt is zo fel, dat het haar niet lukt om naar buiten te kijken. Buiten spelen kinderen, dat kan niet anders, maar de bijbehorende geluiden kan ze al een paar jaar niet meer horen. Als het zo heet is als vandaag, is de wereld extra stil.
Ze herinnert zich de zomers waarin ze in slechts haar onderbroek in de tuin speelde. Moeder vulde de tobbe met water dat zo koud was dat ze er nauwelijks in kon blijven zitten. Ze begreep niet hoe het water koud kon zijn als de rest van de wereld zo warm was.
Een keer, op een eerste warme zomerdag, had ze haar jurk en kousen uitgetrokken voordat moeder de tobbe neer had gezet. Toen ze in haar onderbroek op de houten tuinbank zat, kwam vader de tuin ingelopen met oom Johannes. Vader had haar aan haar arm mee naar binnen getrokken en een pak slaag gegeven dat ze pas drie dagen later niet meer voelde. Vanaf die zomer zette moeder de tobbe niet meer buiten als het warm was.
Haar lippen zijn droog en haar hoofd doet pijn.
Ze brengt haar hand langzaam naar haar voorhoofd en veegt wat haren uit haar gezicht. Als een van de weinigen heeft ze haar volle bos gehouden.
Ze zweet niet.
Vroeger stonk ze vaak, lang voordat er tientallen soorten deodorant in de winkels lagen, als ze gewerkt had in de fabriek, tussen de hete machines die alleen door de mannen bediend mochten worden. Alle vrouwen zaten op een rij aan de lopende band en veegden daar met de binnenkant van hun rokken het zweet van hun voorhoofd.
Ze heeft geen dorst, maar weet dat ze moet drinken. Op het tafeltje naast haar stoel staan twee glazen. Een met water, een met sap. Als ze haar arm uitsteekt, kan ze er net niet bij. Ze besluit nog even te wachten, ze heeft het zo ontzettend warm. Ze denkt aan hoe ze haar kinderen vroeger op warme dagen niet naar buiten liet gaan voordat ze een grote melkmok vol water leeggedronken hadden. Ze denkt aan de dag dat ze Louis ontmoette, aan die keer dat hij een ijsje voor haar had gekocht. Haar hoofd doet onzettend pijn. Ze denkt aan die keer dat ze stiekem met Louis mee naar huis was gegaan, dat het op die dag net zo heet was als vandaag. Er schieten steken door haar hoofd. Ze denkt aan dat Louis en zij al hun kleding uitgetrokken hadden en aan hoe hij haar overal kuste. Aan dat ze haar ogen sloot omdat ze bang was voor wat er zou komen.