Ik ben hier,
zoals wij allemaal,
omdat ik iets nodig heb.
Iets mis.
Wat zoek.
We staan achter elkaar,
voelen onze schouders,
allemaal, de adem, mijn achterburen,
hun zweet in de lucht,
het loeien van de
schoonmaakapparatuur.
Ik waad naar voren
door het klamme, het onweer,
de verwachting, de spanning.
de Martelaar komt terug.
Er sijpelt een duppel
bevrijding
van mijn oksel naar mijn ribben.
Ik hoop dat ze airco hebben binnen.
Het verlies deed pijn, ja.
We hadden hem begraven
onder de winkelcentra,
onder de N307
van en naar Dronten,
zo goed dat we hem
bijna vergeten waren.
Hij is opgestaan
de Meubelmaker.
Ik hoop misschien,
dat ik misschien,
ik weet dat het niet netjes is,
toch hoop ik dat ik
de eerste mag zijn…
Die vandaag,
ik sta vooraan
helemaal
het zou toch wel?
Zou hij me zien?
de Verlosser.
de Zuivering
de Messias
de Vrucht
van onze samenleving
de Redding
de Gunst van private equity
ons Kampvuur in barre tijden
goddank
Daar is hij.
De man met de sleutel
draait
zoals beloofd
weer open.
ik mag
als eerste nog wel
lieve Heer
dank u
de robo-deuren schuiven
Ik stap naar binnen.
De ijskoude airconditioning slaat hard in mijn gezicht.
Ze hebben de inrichting veranderd. Goorlappen.
De kaarsen stonden vroeger in die andere hoek, toch?
Fuckers. Ze doen het erom. Denk ik. Wel korting op de pannen.
Maarja die moet ik niet. Zoeken dan maar.
Drie kwartier verder.
En die stofzuigerzakken
die ze hadden vroeger,
nergens te bekennen.