Toen Petra, secretaresse, voor het eerst zo’n nieuw pakje shag kocht, met daarop een foto van een gat in een keel.. ja, toen knapte er wat in haar. Ze dacht, als dát mag, wat mag ík dan eigenlijk niet?
Dus bestickerde ze pakjes shag en sigaretten met foto’s van extreme porno en onthoofdingen en ging daarmee op terrassen zitten en later ook in speeltuinen.
Ze kreeg goeie en slechte reacties, zoals dat gaat. Er verscheen een artikel over haar in het Parool waarin ze ondermeer zei dat de echte provocatie van boven komt.
Sindsdien zat ze op het pad van de uitlokking. Politiek correct was het nieuwe taboe.
Een dag liep ze in burka door de stad, gaf alle mannen die ze tegenkwam een hand, aaide uitvoerig elke hond die voorbijkwam en deelde Hema-worsten uit.
Toen ze zomaar een kraslotprijs won, liet ze honderdduizend bijbels drukken, met het woord God vervangen door Kankerhoer.
Ze zat op de wallen voor het raam. Bloot in een bad vol bloed. Lezend in Mein Kampf. Niet echt een statement vond ze later. Ze hield er wel een kind aan over. Nietzsche.
Toen Petra dan uiteindelijk de dood vond – niet door boze menigtes, maar gewoon door een overwerkte buschauffeur.. of, ze was nog niet helemaal dood en de familie probeerde afscheid te nemen in het ziekenhuis; toen werd ze zomaar weggehaald door mannen in groene pakken en mondkapjes. Ze werd leeg teruggebracht met een fors litteken in de buik.
Ergens in de vakantie, toen niemand oplette, was de wet veranderd.