Als peuter zag ik vanuit mijn kinderstoel een sterrenstelsel in de broodkruimels op de grond. Ik heb altijd oog voor detail gehad. Daarbij onthoud ik alles. Ik weet nog precies wat jij aan had, wat jij at en wat jij zei (en met welke intonatie) tijdens alle 137 dagen dat wij samen waren. Ik weet ook nog welk weer het was. Op de dag dat je zei dat je niet meer bij me terug zou komen, was het aanvankelijk mistig, trokken er rond het middaguur wolkenvelden over het land, maar was het helder toen de zon om 21.13 uur onder ging.
Toen mij enkele weken later duidelijk werd dat je inderdaad niet terug zou komen, besloot ik mijn oude hobby’s op te pakken. Ik ging weer schilderen en bezocht musea. Het was toen dat de gitaarvrouw en de strandvrouw in mijn leven kwamen. Ik zag jou in beiden. Ik zag jou in alle vrouwen op alle doeken en dat moest stoppen, dus bedacht ik een plan om je te vergeten.
De eerste dagen lagen de gitaarvrouw en de strandvrouw op hun buik in mijn atelier. Niets erger voor ze dan niet gezien te worden, dacht ik. Een ergere straf dan gewoon over ze heen stappen met een kop koffie in mijn hand en achteloos op ze morsen kon ik niet bedenken. Zoveel veronachtzaming van schoonheid zou je vanzelf doen vluchten uit mijn hoofd. Maar er veranderde niks. Nog steeds: al jouw woorden, het patroon van moedervlekjes op jouw lichaam, al die opklaringen en mistbanken, elke dag en elke nacht alleen maar jij.
Zodoende ging ik over tot rigoureuzere maatregelen om de herinnering aan je te doen verdwijnen.
Op een klamme avond pakte ik de gitaarvrouw en de strandvrouw op, zette ze naast elkaar tegen de muur met hun gezichten naar mij toe en pakte een stanleymes. Eerste snee: onze ontmoeting. RATS! – nooit plaats gevonden. Tweede snee: hoe je op je nagels beet als je moest lachen. RATS! – is me nooit opgevallen. Derde snee (een grote van boven tot onder aan de lijst): alle kopjes thee die ik voor je zette en die jij koud liet worden. RATS! – allemaal weg. Vierde, vijfde, zesde: de keren dat ik dacht dat ik jou gelukkig kon maken (hier had ik er drie voor nodig). RATS RATS RATS! Vanaf de zevende raakte ik de tel kwijt, maar het werkte: RATS! – hier zag ik je gezicht niet meer – RATS! – hier verdween je lichaam met al haar moedervlekjes – RATS! – toen je geest RATS toen je naam RATS nooit gekend RATS geen idee RATS nooit van gehoord en nog een paar keer extra RATS RATS RATS om er zeker van te zijn dat er niet vannacht per ongeluk nog herinneringen terug in mijn hoofd durfden te kruipen.
De volgende dag maakte ik een nieuwe gitaarvrouw en een nieuwe strandvrouw. Om terug te geven aan de wereld. Dat was niet moeilijk: ik schilderde gewoon wat ik had onthouden.