Ergens ben ik mijn gezicht verloren,
voel rimpels die ik niet herken
Mijn huid is uitgerold tot spandoek
en uit mijn poriën gutst een woede die ik niet ben
Ik ben geplakt, geknipt, gekopieerd
tot een mal gereduceerd
Op een mok kom ik voorbij, een poster,
een koelkastmagneet.
Niemand weet wie ik werkelijk ben en dat doet er kennelijk ook niet toe. Dat ik heb liefgehad achterin een hooischuur, dat ik mijn hart brak zomaar ergens op straat, dat ik twee ooms verloor in zoveel stukjes als er sterren aan de hemel staan.
Ik wil niet de straat op met een vlag
Ik wil geen liedjes zingen, geen handjes geven
Ik wil m’n borst niet ontbloten
en me vastketenen aan een paal
Ik wil niet met m’n kop in de krant
Ik wil niet in een talkshow
of met een quote op twitter
Nee
Ik ben geen stokpaardje, ik ben geen boegbeeld
Ik ben geen vechter, ik ben geen voorbeeld
Ik wil niet in de politiek, ik heb geen filosofie
Ik weet zelfs niet of ik in een God geloof
Ik weet eigenlijk heel weinig
Of misschien is het wel veel.
Niemand weet wie ik werkelijk ben en dat doet er kennelijk ook niet toe. Dat ik vloeiend vier talen sprak maar me er nu met moeite één herinner, dat ik ooit mijn moeder zo liet schrikken dat ze met fruitmand en al onderuit ging in de keuken, dat het missen in mijn botten is geslopen.
Ik ben er niet voor jouw gemoedsrust
Ik ben er niet voor jouw bestaansrecht
Ik ben geen koffiekopje dat in stukken uiteen is gespat
Toen iemand me tegen de muur wierp
Ik hoef niet gemaakt
Ik ben niet stuk
En ik heb niet de ambitie om meer te worden dan ik nu ben
Ik doe gewoon mijn best
Ik doe gewoon mijn best
Ik doe gewoon mijn best te blijven ademhalen
Steeds weer lucht die longen in
Steeds weer brood die maag in
Steeds weer ’s nachts in een bed gaan liggen in de hoop
dat ik ooit weer slapen kan
Ik wil eigenlijk heel weinig
Of misschien is het heel veel
Ja
Misschien is het veel te veel
In mijn hoofd is het nooit twee minuten stil.