Opeens is het gestopt met sneeuwen. Gerard kijkt met grote ogen uit het raam en drukt zijn neus er tegenaan. Hij drukt heel hard in de hoop dat hij door het raam heen nog wat sneeuwvlokken uit de hemel geperst krijgt. Niks. Er loopt een poes door zijn tuin en na elke stap schudt zij de sneeuw druk van haar pootje. ‘Kijk, Ans!’ zegt hij, en Ans glimlacht ingetogen vanuit haar fotolijstje naar Gerard. Hij drinkt een restje koud geworden koffie op en met een theelepeltje lepelt hij het laatste druppeltje op en proeft het voorzichtig, laat het heel langzaam over zijn tong rollen tot het zijn keel heeft bereikt.
Zo meteen moet hij aan de bak, want dan begint kerst bij zijn familie een paar straten verderop. In de familie van Gerard begint kerst altijd op 22 december omdat er nu eenmaal te veel familie is om aan één tafel te zetten. Althans, er zou vast wel een tafel te vinden zijn die zo groot is maar die past dan weer in niemands huis, althans niet in de huizen van de familieleden van Gerard. Er zijn dus vijf tafels nodig en daarom duurt kerst bij hen ook vijf dagen. Gerard is er elk jaar bij. Hij voelt zich toch verantwoordelijk om de familie bij elkaar te houden. En in deze tijd vol vluchtigheid, whatsappjes, last-minute afzeggingen en neiging om nergens meer bij te horen heeft hij het zich nog extra tot zijn taak gemaakt om voor eenheid te zorgen. Ans zei ook altijd: ‘eenheid door traditie, traditie door herkenbaarheid en herkenbaarheid als geruststelling.’
Nog een half uur en dan moet hij toch echt gaan. Gerard zucht en fluit het deuntje van Turks Fruit. Hij zet de verwarming alvast kouder en loopt naar boven om een extra saai pak uit te zoeken, iets donkerbruins of grijs, het wordt iets donkergrijs. Onderaan de trap doet hij zijn bruine leren schoenen aan, het zijn van die leraar aardrijkskundeschoenen. Nog een kwartier. Gerard kamt zijn haar op z’n ooms, strikt zijn das een beetje scheef en leest nog een laatste keer de krantenartikeltjes op het prikbord naast de spiegel. Hij oefent alsof het woordjes Duits betreft en mompelt: ’30.000 niet-westerse immigranten, 500 vrouwen verkracht, al 20 gemeentes met roetveegpieten, 15 moskeeën in NL met salafistische neigingen.’ Hij doet zijn best om het te onthouden. ‘De PVV doet mee in 30 gemeenten, Forum voor de Democratie in Amsterdam, de EU als ravijn naast de laatste soevereine terp waar wij ons bijna tot pre-Boreale toestand laten verzuipen… Steeds meer honden dood.’ mompelt hij als laatste terwijl hij extra fronst en controleert of hij niet toch per ongeluk guitig kijkt. ‘Dag Ans!’ roept hij vrolijk ‘Maak je geen zorgen, volgend jaar gewoon weer’ en hij trekt de deur achter zich dicht.