Met trage bewegingen zoeken ze naar het weinige gras dat tussen de rotsen groeit. Ook zij voelen de zomers die zich steeds langer en dieper lijken uit te strekken. Hij checkt de uitkomst van de laatste wedstrijden, bekijkt een paar clips van de beste goals, stopt zijn mobiel terug. Hij zweet nauwelijks, de warmte zit gevangen onder zijn huid. Een van de geiten mekkert, hij kijkt op. Sinds ze zwanger is zoekt ze vaker zijn bevestiging, een aanraking, een blik. Hij maakt een geruststellend geluid in haar richting en ze gaat door met grazen.
Straks zal hij ze weer terug naar huis begeleiden, over paadjes die hij zo goed kent maar die toch altijd verraderlijk blijven, en die zij met hun hoeven duizendmaal achtelozer navigeren dan hij met zijn twee platvoeten ooit zal kunnen. Hij is hun hoeder, maar soms, als er een steentje onder hem wegglipt en de lange helling afglijdt, vraagt hij zich af wie hier eigenlijk wie aan het hoeden is, en voor wat.
Beneden, over de weg onderaan de berg, komt er een gifgroene bus de weg op gereden in haast overdreven stilte, alsof de bus niet alleen geen omgevingslawaai toevoegt, maar ook actief andere omgevingsgeluiden absorbeert. Hij volgt het lelijke ding met zijn ogen, probeert te zien of er achter de ramen mensen zitten, maar het is onmogelijk van deze afstand. THIS BUS DRIVES GREEN staat er op de zijkant. De bus neemt de bocht. Op de achterkant staat: SPONSORED BY, daaronder een blauw vierkant met daarin een cirkel van gele sterren. Naast hem mekkert opnieuw een geit. Onder hem verdwijnt de zwijgzame draak in een gedempte stofwolk.