Rudy Giuliani is geboren in 1944, lees ik op wikipedia. Al dagen moet ik denken aan de haarverf die over zijn wangen liep. Een gesmolten decorum, dat hij in een bruin straaltje verloor. Mensen van 76 jaar hebben meestal grijs haar, ik persoonlijk had het hem niet aangerekend. Vroeger deden ze dat vaker, dunne plekken op de schedel bijwerken met wat schoensmeer. Toen had je trouwens vast minder keus in kleuren dan nu: zwart of donkerbruin.
Het haar van Oeigoeren in Chinese interneringskampen wordt waarschijnlijk ook in Nederlandse haarstukjes verwerkt. We moeten stoppen met die haarstukjes, lees ik in de krant. De Chinezen raken waar het pijn doet.
Nog meer dan anders voel ik me gereduceerd tot lezen en kijken naar andere mensen. Er lijken momenteel ook maar twee keuzes mogelijk: winkelen in drommen, of daarover lezen. Mollen doen trouwens ook aan hamsteren in de winter, leerde ik gisteren. Ze verzamelen wormen, geven die een stevige knauw waardoor ze verlamd raken maar wel blijven leven. De mol maakt een soort bal van lang-houdbare wormen. Zoals mijn gedachten.
Ik kijk op van mijn laptopscherm. Er wandelt een duif voorbij. Hij lijkt zich niet bewust te zijn van zichzelf en zijn vogelbroekje. Daar gaan mijn gedachten alweer naar Rudy. Hij is vast ook een man van katoenen zakdoeken, iedere dag een schone. Maar die zijn tegenwoordig uit den boze, wegwerp schijnt hygiënischer te zijn. We leren veel bij over hygiëne.