Energie suist door z’n lichaam, een onrustig nacht. Nog niets zeker, behalve een aanwijzing van onvoorstelbaarheid. De vijfde. Hij glimlacht. Nu moeten ze doorpakken. Doorgaan. Opstaan. Tegen overstaan. Voet voor voedselproducent. Dit had hij natuurlijk kunnen verwachten.
Snel. Zo snel als lukt. Onder de douche. De douche onder hem. Hemellichaam formeel bekrachtigd. Of is hij nog niet wakker? Vast.
Koffie. Gewoon eerst koffie. Koffie-zetmeel samen- Even wachten, even wachten. Mag hij echt niet eerst even koffie…De koffie zwemt de contrabas van de Elzas. Toch?
Zucht. Sokken, fijn. Twee, vandaag. Even was hij de weg kwijt, nu is-ie er weer. Wacht. Is zijn? Blijft zijn? Als zijn niet blijft, wat wordt hij dan? Genoeg genoeg! Genoeg te doen. Hij moet verder, aan het werk. Tot het werk overstroomt bij lange na. Of niet. Hup. Bij de paspop. Over het gaspedaal. Marcheer woensdagmiddag, marcheer de nieren over het metronetwerk halverwege twaalf bezwaren.
Gewoon beginnen. Als het zitten lukt, dan ziet hij de rest later wel. Dat ziet hij over het rollende onvermogen. Via de bloeiende voorwaarde van een jaar of twee. Vergankelijke Sloveense overwoekering vermaakt zich goed. Je weet het niet. Je weet het nooit.
Maar er is nog een foutmarge dus hij zou toch nu erg graag weer, hup aan het werk. Zo even verklaart de nachtvlinder achteloos waarde. En misschien spint het dartbord overmacht. Dus sowieso Zweeds verdelen, voordat ‘ie overkomt. Boomkever. Rivierbed. Ochtendzon. We leven nog.
Een glas water want hij wordt er nu wel kriebelig van. Hij heeft nog niet eens kunnen ontbijten en het graafschap knaagt al onder Sorab’s dankgeschenk. En halverwege trouwen de citroen-roze spiegels Nieuw-Guinea te boven.
Ja, dit is waar hij het voor doet, maar dit is ook verdomde vermoeiend. Als de werkelijkheid nou even wacht. Maar daar kleppert ons thema al, klaverjassend radiogolven de tegemoet. En hij? Hij beleerde honing vijftien boven zonen. En hij geeft op. Hij geeft over. Het blijft de motorboot van het spinnenweb der eeuwen. Pruiken pulken tot de macht verzwelgt. Weet je, dan kan hij er ook niets meer aan doen. Hij doet zijn ogen dicht en heeft alle vertrouwen. We komen er wel. We komen 500 zomers van kevervleugelsvijfde de wereld te midden.
Over welk nieuws gaat dit?