Ik kom niet graag bij de kapper, maar hier heb ik tot dusver geluk gehad.
Ik zit voor het raam in de kapperstoel. Mijn kapperscape heeft nog nooit zo strak gezeten.
Een trapje af en je staat in een platenwinkel. Toen ik belde stond Burning Spear nog op. Nu absoluut afgrijselijke modern jazz.
De hele LP.
Boven staat de bekende kapper. De kapper waar iedereen een afspraak mee heeft.
Boven zijn ook haarwasbakken. Op de begane grond niet. Hier wordt droog geknipt.
Bij mijn stoel staat de onbekende kapper. Groot en very hipster. Gebeeldhouwd haar.
Ik ben eigenlijk barbier, zegt hij. Ik denk op dat moment nog, dat is een ander woord voor kapper.
Van boven komen succesverhalen. Hippe feesten, reizen, DJ’s, dure photo gear.
Hier gaat het over Haarlem en kindjes en waarom zit die schroef op de schaar? (Om zijn pink op te laten rusten.)
Rob zegt dat hij geen vrouwen knipt. Dat zou niet eerlijk zijn. Geen ervaring.
Hij gaat de telefoon opnemen boven. Rob noteert een afspraak voor de bovenkapper.
Ik belde ook vanmorgen, maar wist niet dat er keus was.
Rob vraagt mij nog eens wat ik ook alweer wil.
Dan knipt hij weer een tijd. Steeds een beetje besluitelozer.
Uiteindelijk volgt de truc met de pommade: Voor heel even ontstaat een kapsel.
Da’s dan vier tientjes, zegt Rob.