Er slingerden wel meer fietsers met in één hand google maps. Ze waren in de buurt, maar op de maps stond geen ingang C. Onze verdwaalde held reed terug naar waar de bordjes ophielden en sloeg daar avontuurlijk af. En ja. Hij zag toen achter een nog grotere reclamezuil een grote letter C opduiken.
Fietsers volg F
Bij F parkeerde hij zijn fiets en deed zijn mondkapje op. Voor de ingang, onder de F, stond een dranghekkendoolhof, geen menigte. Binnen waren misschien acht mensen, een trap naar boven en een roltrap andersom. Als je naar links keek kon je de parkeerplaats met tolhuisjes zien. Een traag en schemerig ballet van auto’s en dames met vizieren. Rechts was een soort stadsstrand.
Op de trap kon hij niet vooruit kijken want anderhalve meter boven hem stond een meisje in ultrakorte rok. Zo’n beetje naar linksboven kon hij wel kijken. Daar zaten achter rookglas twee mannen in schafthouding tegenover elkaar aan tafel. Heel lang kon hij ook daar niet naar kijken. Zeker qua balans, zo zonder handen, op de trap.
Boven waren meer tolhuisjes, maar geen auto’s. Hij mocht daar zijn paspoort laten zien en een reageerbuis in ontvangst nemen. Een halfmaatje met een witte dop en een etiket met zijn naam erop. Er zat een vinger donkerblauwe ecoline in.
Achter een kamerscherm gaf hij het buisje aan een mevrouw met staafjes. De staafjes moesten tot aan zijn huig en in de voorhoofdsholte. Toch, hij had er al zoveel afgrijselijks over gehoord dat de beproeving hem wel meeviel. Hij zweefde met de roltrap naar beneden. Vroeger voelde hij zich ook weleens zo, na een duik in een chloorzwembad.