Er zat een kooi met een papegaai in de schouw. Hij riep: Hallo! Hallo! En: Wee je gebeente. De rapper wist van niks en zijn advocaat had gezegd dat hij moest ontkennen. Het was zijn woord tegen dat van haar.
Ze was zesentwintig. Wat wist ze nog van toen ze achttien was? Wat had ze verzonnen en wat was er haar schuld van wat er was gebeurd?
Hij had de leiding over het progamma al tien jaar. Dat hij altijd elk detail gezien had werd er over hem geschreven, dat hadden ze gelezen in zijn biografie, dat hij altijd overal bovenop zat. Maar hoe kon het dan dat hij deze misstanden had gemist? Hoe kon het dat er dickpic’s waren verstuurd? Dat er kinderen op feestjes werden aangeraakt? Hij was erover in de war zei hij. Hij kon alleen maar vragen of mensen naar hem toe wilden komen, als er iets buiten zijn blikveld gebeurde.
Vrouwen hebben blijkbaar last van een bepaald soort schaamte. Het waren die woorden die in haar hoofd rond bleven gaan.
De geanonimiseerde bekentenissen, die niet op televisie maar op internet werden gedeeld, waren in een halve dag meer dan zeven miljoen keer gestreamd. De expert was duidelijk, in het laatste shot. Nogmaals, zei ze: De verantwoordelijkheid ligt altijd bij degene die over de grens gaat. En niet bij degene die het overkomt.
Vrouwen, zei hij. Mensen, toch? Mensen hebben last van een bepaald soort schaamte. Ze had er zo veel van soms dat ze alleen nog maar kon functioneren als ze hem niet meer voelde, als ze voor een kort moment kon vergeten dat ze hem had.
Verdorie, van wie was toch die stem in de zitkamer? Waar kwam hij vandaan? Was er iemand die hem in de gaten hield? Het was acht jaar geleden, hij was begin dertig geweest. Hij voelde in die periode niets, behalve als hij een paniekaanval had. Het tegenovergestelde van macht. Had er iemand naar hem gekeken op momenten dat hij er zelf niet was? Was dit de afrekening? Het moment om toe te geven dat hij schuldig was?
Hallo! Hallo!