Vanmorgen best oké wakker geworden. Ik had lekker geslapen en goed gedroomd. Ik was uitgerust, dat voelde ik meteen toen ik mijn ogen opende. Iedereen was nog in diepe rust. Daar hou ik van: als eerste wakker worden en de dames zien slapen. Het was nog donker, maar ik voelde aan de lucht dat dat niet lang meer zou duren. Toen ben ik maar eens aan mijn eerste sessie begonnen. Gewoon, lekker binnen. Om erin te komen. De eerste was nog een beetje schor, zoals altijd. Maar na 2 korte ging ‘ie lekker. Hállo dag, hállo zon die ik nog niet zie, kom je daar lekker achter het maisveld vandaan. Met je gele oranje stralen, hállo soortgenoten, hier ben ik, ik ben wakker en dit veld, dit leven, deze aarde is van mij. Ik ging steeds lekkerder. Soms kom je in een soort roes als je kraait, dan voel je de kracht zo vanuit je staart, door je lijf, je keel verlaten. Terwijl hij ook bij je blijft, je wordt eigenlijk steeds sterker, ik kan het niet uitleggen.
Maar goed. Na een kwartiertje was het wel genoeg. Tijd om in beweging te komen! Ik beklom de plank omhoog en stak mijn kop naar buiten. Het was koud! De wind blies gaten in mijn verendek. Toch maar doorgezet. Ik hou van het uitzicht vanaf de buitendeur. Je ziet de velden, de boerderij, de buren, de bomen, het gras en het hek. Achter het hek de mensen. Die vergeet ik steeds. Het waren er veel vandaag. Allemaal hadden ze een T-shirt aan met mijn foto erop. Allemaal hielden ze hun telefoontjes op mij gericht. Ik wist wat me te doen stond. Mijn eerste kraaisessie binnen was voor mij. Nu begint mijn volgende taak. Ik zet me schrap en ik laat me horen. Ik sta op het bovenplateau van het kippenhok en ik kraai. Ik ben de stem van het platteland. Ik laat me horen, voor de eenden in Les Landes, de cicaden in de Provence. Voor de brulkikkers, de koebellen, de kettingzagen en de opraapwagens. Ik ben Maurice, ik kukel en kraai mijn stembanden schor want de rechter zegt dat het mag. Dan ben ik klaar. De mensen beginnen te klappen. Wat een raar geluid is dat toch. Ik kijk naar ze, dan kijk ik omlaag. Op het plateautje ligt een maiskorrel. Ik pik hem op, dan is het net of ik buig.