‘Soms probeer je je in te leven in iemand,’ zegt Estelle en ze toont, op haar telefoon, een artikel over een Spaanse man die een verslaggeefster bij haar billen greep. Tijdens een live uitzending. ‘Maar in sommige gevallen lukt me dat niet.’
‘Tja,’ zegt Marie zacht. ‘Ik vraag me sowieso af of mensen überhaupt begrijpen wat ze zélf doen.’
De twee hartsvriendinnen zitten in de speeltuin tegenover de school op een bankje. Hun drie kinderen spelen bij de twee schommels en dat gaat al een lange tijd goed. Het is vrij druk in de speeltuin.
‘Hoe is het eigenlijk afgelopen? Die affaire met die getrouwde man?’ vraagt Marie terwijl ze haar haar uit haar gezicht wegstrijkt.
‘Ik heb zin in koffie,’ zegt Estelle. ‘Zal ik even een koffie voor ons halen? Ik trakteer.’
‘Oké,’ knikt Marie. ‘Met van zo’n hazelnotensiroop, in een latte. Mag ik ook een bosbessenmuffin?’
‘Let jij op?’ vraagt Estelle als ze haar tas laat staan. Haar jongste valt juist op de grond en kijkt beduusd naar zijn moeder. Ze zwaait naar hem en loopt richting Utrechtsestraat.
Marie staart naar de kinderen. Haar dochter klopt het zand van de knietjes van het gevallen kereltje en dan spelen de kinderen, tot haar opluchting, verder.
Marie zou ook een affaire willen, desnoods met een getrouwde man. En dan niet met die ene die ze thuis heeft liggen.
‘Ik moest hem beloven dat ik het nooit zou vertellen,’ zegt Estelle buiten adem als ze terugkomt. Ze reikt Marie koffie aan, in een grote papieren beker met een deksel erop. De muffin in een servet. ‘En ik heb er een eind aan gemaakt.’
‘Nou,’ zegt Marie, ‘als het fijn is, zou ik er gewoon mee doorgaan. Het is niet dat je een partner hebt, met wie je moet praten of zo.’
‘Het kan echt niet,’ zegt Estelle zacht. ‘Zijn vrouw.’
‘Daan, Victoria, we gaan zo meteen hoor,’ roept ze naar haar kinderen.
‘Ik bereid ze alvast voor, ik heb geen haast,’ zegt ze tegen Marie. ‘Weet je, ik ken haar.’ En ze rommelt in haar tas.
Marie zit kalm met de beker koffie in haar handen gevouwen te kijken naar Estelles voet die rusteloos op de grond draait.
‘Wat dacht je, dat ik het niet wist?’ vraagt ze dan.
Estelles ademt hoorbaar in, houdt dan haar adem vast. Ze doet haar zonnebril af en kijkt Marie aan.
‘Hoe kun je dat nou denken?’ zegt Marie. ‘Dat ik niets door had? Ik woon met die getrouwde man samen. Ik ben je beste vriendin. Dat je niet begrijpt wat mensen doen, wil nog niet zeggen dat je niet kunt zien waarmee ze bezig zijn.’
En dan komt de jongste van Estelle huilend aangelopen. Zijn zus heeft hem gemept.