‘Onze nieuwe instructeur gaat jullie begeleiden. Ik ben vandaag slechts een toeschouwer en steun hem waar nodig. We doen dit samen.’
Twee mannen kijken naar een groep mensen die in badkleding tegenover hen op een binnenplaats staat. De meesten wiebelen onrustig heen en weer, hun handen voor hun lichaam geslagen. Een jongeman in een gele Speedo staat vooraan en knikt driftig bij alles wat er gezegd wordt. In het midden staat een bad vol ijsblokjes.
De instructeur stapt naar voren. Hij friemelt met zijn handen aan zijn zwembroek.
‘Ik,’ begint hij, met een snelle blik op de toeschouwer, ‘zal jullie nu een demonstratie geven.’
Hij klimt het trapje op, stapt met één been in het water en struikelt bijna. De toeschouwer schudt zijn hoofd. Met een grimas op zijn gezicht licht de instructeur de ademhalingstechnieken toe. Hij ademt diep in via zijn neus, houdt dit enkele tellen vast en ademt dan diep uit. Hij doet dit nog eens, maar verslikt zich.
‘Sorry,’ proest hij, terwijl hij zich in het water laat zakken. Er klinkt nu gegrinnik uit de groep en de toeschouwer schraapt zijn keel.
‘Oké jongens, even ingrijpen. Dit is natuurlijk slappe hap.’
Met een paar ferme passen staat hij naast de instructeur, wiens ogen groot worden.
‘Sorry, ik ben gewoon nerveus,’ zegt hij. Zijn vingers omklemmen de randen van het bad.
De toeschouwer zegt niets, legt in plaats daarvan zijn handen op de schouders van de instructeur en drukt hem kopje onder. De gele Speedo springt van schrik naar achteren.
‘Zo, overgave,’ sist de toeschouwer met rood aangelopen hoofd.
IJswater klotst over de randen van het bad terwijl de armen van de instructeur alle kanten op slaan.
‘Stop,’ roept iemand.
De gele Speedo begint te hyperventileren. Een oudere vrouw slaat een arm om hem heen.
‘Dit is onverantwoord,’ zegt ze, terwijl ze de jongen meetrekt naar de kleedkamers. De toeschouwer zet door. Er klinkt gesnik.
‘Alsjeblieft, dit gaat te ver.’
Sommigen komen dichterbij wanneer de handen van de instructeur van de rand van het bad het water in glijden en verdwijnen onder de laag ijsblokjes. Nog een paar bubbels breken het oppervlak, dan niets. Overgave.
‘Ademen,’ zegt de toeschouwer tegen de groep, terwijl hij zich opricht.
Het blijft stil op de binnenplaats.
Met een gorgelend geluid komt de instructeur boven water. Hij werpt zich over de rand van het bad, valt voorover op de grond en blijft hijgend liggen. Er klinken kreten van opluchting. De toeschouwer rolt met zijn ogen.
‘Gewoon de aanwijzingen volgen. Niets aan de hand. Denk aan hoe sterk je je straks zult voelen, nietwaar?’ Hij kijkt naar de instructeur, die nog steeds op de grond ligt. Deze knikt voorzichtig. Er komt water uit zijn neus. Dan kijkt hij naar de anderen en zegt met trillende stem:
‘We doen dit samen. Ik zorg ervoor dat alles goed komt.’
Joanne van Beek