De dokter ziet eruit of ze straks naar een verkleedfeestje gaat als Dustin Hoffman in die ene film, kom hoe heet-ie, met die aapjes. Outbreak. Alleen heeft ze het pak gekocht bij AliExpress en dan zal je altijd zien dat het een andere kleur heeft, niet goed past, er wat onderdelen missen en shit, eigenlijk heb je gewoon niet gekregen wat er op de afbeelding stond, maar het duurde zes weken tot het er eindelijk was, je hebt geen tijd meer om iets anders te zoeken en die 12 euro is eigenlijk ook de moeite niet waard om het terug te sturen. Misschien geef je de recensie één sterretje, dat kan. Maar goed, zo ziet de dokter er dus uit.
Ze vraagt wat de symptomen zijn en ik hoest. Niet eens demonstratief, het kwam zo uit, dus dat is alvast 1. Ik hoest nog een keer en omdat deze ook voor mij als een verrassing komt, vang ik ‘m op in m’n vuist en ik probeer de blik van de dokter te interpreteren, maar ik weet niet of het verveling is, irritatie dat ik de binnenkant van m’n elleboog vergat of gewoon omdat ze hier nu liever ook niet was geweest, of gewoon zakelijke registratie van wat ik allemaal aan het doen ben. Haar mondkapje doet me trouwens denken aan een snavel, ik kon het eerder niet plaatsen, maar dat is het, een snavel.
Andere symptomen dan. Keelpijn? Check. Koorts? Nee, dat niet, wel een beetje laag in de 36 zeg ik, net nog opgemeten. Dat lijkt me misschien niet helemaal accuraat zegt ze en steekt een thermometer in m’n oor. Ah, zegt ze en ik onderdruk een zie-je-wel. Nog iets? Ja, verdomd zere oogbollen. Alsof iemand er eens flink in heeft geknepen en blauwe plekken heeft achtergelaten. Ah, zegt ze opnieuw. O ja, en dan is er nog dat ene, detail misschien, dat ik nauwelijks lucht krijg. Dat ik de vijf meter van de bank naar het aanrecht niet kan overbruggen zonder aan het eind een wijsje uit m’n longen fluit dat allicht vrolijk had geklonken, zou het niet gepaard gaan met een gevoel van, nou ja, laat ik daar niet flink over doen, pijn. Het doet pijn. Ah, zegt de dokter nogmaals, zonder ook maar de minste blijk van medelijden.
Later die avond lig ik op het koude laminaat. Op m’n buik, want ik heb gelezen dat dat helpt en daarbij ben ik ook gewoon zo terechtgekomen, dus dat scheelt. Het helpt niet echt trouwens, net als de Philips Respironics OptiChamber Diamond® (een paarse) met Salbutamol™ die ik meekreeg. Voor me ligt de telefoon met op de speaker de spoedpost. Het is een bandje. De wachtrij is lang en ik krijg er genoeg van en weet dat ik straks wel weer overeind krabbel. Toch? Ik hang op en denk aan m’n oma’s die ik nog elke dag mis maar geloof dat het goed is dat ze deze periode toch maar mooi hebben ontlopen. Ik doe een dutje op de vloer.