Om zich te laten aaien en uit onze handen te eten? Om met hun kopje te draaien en zich achter hun oorschelp te laten strelen? Om een klopje op hun brede ruggen te geven en ons te doen verbazen over hun corpus of net die smalle ruggengraat?
De kwallen kwamen! Paarszachte drijvende mijnen, een legioen aan boodschappers. Iedere zomer hadden zij de badgasten wat te vertellen.
Knets – een tentakel grijpt naar je pols om vervolgens zacht te beginnen fluisteren…
De dieren komen. Uit een spleet aan het venster verscheen iedere avond net na zonsopgang de spin en verwachtte de planeet Venus. Een bruine eend trad in Spinozistische naastenliefde op haar passanten toe en mompelde hen onverstaanbaar welkom. Een veulen likkebaardde met natte tong haar jong neusgezicht en huppelde in kalverenvreugde tussen twee melkkoeien.
De dieren komen – om opnieuw te verdwijnen.
Een verloren gelopen kip ging op zoek naar de kleur Saturnus. Een familie wasberen droomde van een joyride en plaste de cockpit van een airbus onder. Eén keer per maand dook de moeder met haar walvisjongen aan het nachtelijk wateroppervlak en toonde haar kalven het laatste kwartier.
Het verdwijnen van de dieren is gekomen.
De kippen sloten de vleugels om elkaar en dansten broederlijk de Inzaë. De apen vlooiden elkaar zorgvuldig uit en voorspelden met een Duits aandoende nauwkeurigheid op basis van het aantal vlooien elkaars toekomst. De garnalen trokken verder over de bodem, terwijl ze in het afvalwater de mensen hun gezondheid keurden.
Het komen van de dieren is verdwenen.
Een tijger sloft moeizaam achter het tralies heen en weer terwijl die uit verveling in psychoanalytische concepten de bezoekers analyseert. Toen de tonijnen onderweg naar hun jaarlijkse Odysseus-voorstelling maffiagewijs door netten onderschept werden, zwoer de moedigste van het gezelschap geen woord over theater te reppen.
Wij eten uit eigen handen, draaien onze kop, hebben het verdwijnen laten komen en het komen doen verdwijnen. Het moment, het geheim, het leven als je wil, is zoals de dieren op ons toekomen en weer weggaan.
`