shortreads_

Iedere werkdag een kort verhaal over de actualiteit
Menu
  • Beginpagina
  • Auteurs
    • Aafke van Pelt
    • Anna van der Kruis
    • Anne Lichthart
    • Dirk van Pelt
    • Emma Laura Schouten
    • Femke van de Griendt
    • Gastauteurs
    • Jam van der Aa
    • Jens Vydt
    • Jirke Poetijn
    • Joep van Dijk
    • Jozien Wijkhuijs
    • Laurens van de Linde
    • Lena Kurzen
    • Lilian van Ooijen
    • Maaike de Wolf
    • Manik Sarkar
    • Marthe van Bronkhorst
    • Nelson Morus
    • Nicchelle Buyne
    • Pascal Vanenburg
    • Peter De Voecht
    • Steff Geelen
    • archief
      • Anne Büdgen
      • Anne-Minke Meijer
      • Bart Smout
      • Christine Geense
      • Claartje Chajes
      • Derk Fangman
      • Elske van Lonkhuyzen
      • Enver Husicic
      • Esther Porcelijn
      • Eva Gouda
      • Eva Kelder
      • Gijsje Kooter
      • Hanneke Hendrix
      • Inge Schilperoord
      • Johannes Westendorp
      • Joop-Maris Vollering
      • Joubert Pignon
      • Kasper van Hoek
      • Kira Wuck
      • Koen Caris
      • Leon Brill
      • Leonieke Baerwaldt
      • Lize Spit
      • Lucas de Waard
      • Mariken Heitman
      • Marron Das
      • Martijn Simons
      • Matthijs Koevoets
      • Max Hermens
      • Michiel Stroink
      • Mijke Pol
      • Nicole Kaandorp
      • Renée Kapitein
      • Renske van den Broek
      • Sander van Leeuwen
      • Sara van Gennip
      • Sarah van Vliet
      • Stefan Popa
      • Sylvia Hubers
      • Teddy Tops
      • Tynke Hiemstra
  • Over shortreads_
Avatar foto Nicole Kaandorp
op 20 mei 2021
Deel dit verhaal

De bibliotheek

We waren denk ik zo’n acht en negen en we mochten elk weekend op de step naar de bibliotheek. Helemaal alleen. Het was niet ver, zeker niet met de step. Naar school werden we gebracht, maar de bibliotheek, dat was anders. Onze ouders vonden dat we er te lang bleven, dan lagen we op onze buiken op de grijze vloerbedekking te lezen en moesten zij alweer verder, de bakker, de stomerij. Ik had een rugtas voor de boeken, en Jelle, ouder en verantwoordelijker, droeg onze huissleutels om zijn nek aan een keycord met pinguïns erop. Elke keer dat hij zich afzette op de step slingerden de pinguïns heen en weer en rinkelen de sleutels. Als ik me afzette klapte mijn teenslipper tegen mijn voetzool terug, en onze wielen ratelden over de stoeptegels. Dat hoorde allemaal bij elkaar en bij de bibliotheek, die geluiden waren een lied.

We mochten onze steppen in het halletje tegen de muur zetten, er was daar een prikbord met een poster voor zangles. Er stond een konijn op te zingen. Het rook in die hal al lekker, naar stof en stofzuiger en stilte.

Deze specifieke dag las Jelle ‘De Griezelbus’, in een oranje stoel die voor peuters was. Zijn knieën staken omhoog en daarop balanceerde het boek. Jelle kon nooit kiezen, dus las hij van alle boeken die hij misschien wel mee zou nemen eerst het laatste hoofdstuk. Dan wist hij of het leuk afliep en was hij hoe dan ook niet teleurgesteld. Ik vond dat vooral te lang duren, ik koos mijn boeken uit op het plaatje dat op het etiket op de rug stond. ‘De Griezelbus’ had een plaatje van een spook, dat was eng, en er was ook een plaatje met een pistool. Dat was écht eng, die mocht ik niet. De voetjes mocht ik ook niet. Een kompas, of een afgebrokkelde soort zandloper, die waren leuk. Soms koos ik een paardenboek, met een paardenplaatje. Er was geen hondenplaatje – alle dieren die geen paarden waren hadden samen een symbool van pootafdrukje. Dat was toen het grootste onrecht dat ik kende.

Omdat Jelle er lang over deed slenterde ik wat. Ik vond dat ik heel goed kon slenteren, met mijn slippers. De volwassenenboeken stonden in lange rijen kasten die er indrukwekkend en saai tegelijk uitzagen. Op ooghoogte stond een boekje dat iets kleiner was dan de anderen. Het heette ‘Eet me’ en het had een plaatje van een hoofd met hersenen erin op het etiket. Op het boek zelf stond een plaatje van een citroen. Citroen was mijn lievelingsfruit, daarom moet ik het gepakt hebben. Ik sloeg het open en las een fragment.

Een vrouw stond in de open keuken van een restaurant. Er hingen potten en pannen aan het plafond te bungelen en ze sneed vlees met een groot gevaarlijk mes. Ze dacht na over bloemen. Toen rinkelde het belletje van de voordeur en kwam er een andere vrouw binnen met boodschappentassen, die zei ‘hallo’ en zong een liedje in het Frans.

Zoiets was het. Meer niet. Die vrouwen hielden van elkaar, dat stond er met geen woord maar ik kon het toch lezen. Ik stopte, klapte het boek dicht en stond daar weer tussen die grote kasten. Ik bedoel: ik stond daar natuurlijk de hele tijd, maar heel even was het niet belangrijk meer waar ik was en daarna weer wel. Ik was verliefd op die vrouw in dat restaurant. Dat had iets te maken met dat grote mes, dacht ik, ik snapte niet waarom. Ik las het nog een keer, alleen die bladzijde. Daarna liep ik met het boek naar Jelle en ik verstopte het tussen de andere twee die ik had gekozen. Het zag er merkwaardig uit, die sandwich van plotseling onbenullige boeken over paarden en dat éne fragment wat zich al donker en geheim in mijn lichaam had gewoeld. Een citroen.

Bij de leenscan heb ik zo goed mogelijk gedaan alsof er niets vreemds was. Het boek brandde in mijn handen, ik snapte niet dat Jelle het niet doorhad. Thuis verstopte ik het in een schoenendoos onder mijn bed. Ik las niet verder, alleen die ene pagina. Meer durfde ik niet. Na een maand kregen we een boete. Mijn moeder was erbij en vroeg het aan ons, wij wisten van niets. Citroen, dacht ik. De dame zocht het op in haar systeem en vond het boek. Hangende pannen.
‘Wat is dat voor boek?’ vroeg mijn moeder. Het mes, dacht ik, de snijplank.
‘Psychologische roman.’
‘Hebben jullie dat geleend?’ Jelle schudde zijn hoofd en ik ook. Mijn hoofd voelde heel vol.
‘Het staat hier toch echt op de bon,’ zei de vrouw, en mijn moeder en die vrouw werden boos op elkaar en ik verdween in die schoenendoos onder mijn bed met dat Franse liedje en er werd voor me gekookt. Uiteindelijk verwijderde de vrouw het boek uit het systeem, maar mijn moeder moest alsnog betalen. We liepen in stilte terug naar huis, Jelle en ik omdat we wisten dat we niet moesten praten als mama boos was, en mama omdat ze boos was. Geen steps, geen liedje. Daarna durfde ik het boek niet meer aan te raken.
  
Ik heb het nog steeds. Het ligt onder kerstlampjes en vensterbankprulletjes in een verhuisdoos, die staat in de hoek van de schuur onder het gereedschap. ‘Overige dingen’ heb ik op de verhuisdoos geschreven. Ik moet dat boek terugbrengen. Dat weet ik. Het staat al jaren ergens helemaal onderaan mijn to-do-lijstje. Misschien krijg ik daarom nooit alles af, omdat ik daarna dan dat moet gaan doen.
Heel even was het niet mijn schuld meer dat ik het niet terug bracht. Heel even waren de bibliotheken dicht.
Nu niet meer.

 


Over welk nieuws gaat dit?


Vorige verhaal
Ente
Volgende verhaal
Ondertussen in de supermarkt

Over de auteur

Avatar foto
Nicole Kaandorp

Nicole Kaandorp (1997) schrijft vooral korte verhalen, en maakt daarnaast soms liedjes. Ze heeft ook een website: nicolekaandorp.com

Ook van deze auteur

Avatar foto door Nicole Kaandorp
30 maart

Vijf gesprekken in een lift

6 Minutes Read
Avatar foto door Nicole Kaandorp
17 november

geen haast

4 Minutes Read
Avatar foto door Nicole Kaandorp
27 oktober

(Allen in koor)

3 Minutes Read