Volgens Hennie, tweevoudig Nederlands kampioen tafelvoetbal en stamgast in metalcafé De Ark, speelden wij tafelvoetbal volgens Amsterdamse regels. Dat eigenaar Piet het tollereerde dat wij als zestienjarige ventjes Amsterdammertjes bestelden in plaats van vaasjes, moest hij weten. Maar als we met Hennie wilden tafelvoetballen – en wie wil dat nou niet met een tweevoudig Nederlands kampioen? – moesten we eerst de officiële internationale en dus niet-Amsterdamse regels omarmen.
Scoren via de kant of de tegenstander mocht dus gewoon wél. De maand ervoor had iemand ons in Café Laat Maar juist geleerd dat dat niet mocht, omdat je dan niet kunt zien of een doelpunt wel echt zo bedoeld is. Volgens Hennie was dat dus uit Amsterdam overgewaaide onzin. Je kunt toch gewoon mikken? Je probeert toch nooit geen doelpunt te maken, of wel? Hoe kan een doelpunt dan ooit onbedoeld zijn? Nou dan.
Tot zijn geveinsde verbazing wonnen wij met een serie klutsgoals de eerste twee potjes van Hennie de tweevoudig Nederlands kampioen tafelvoetbal. Aangezien wij gelijkwaardig bleken, werd het tijd om de spanning wat op te voeren en om een paar knaken te spelen. Wij waren niet gek, bedankten vriendelijk en kunnen dus – ook dertig jaar later nog – zonder te liegen vertellen dat we ooit eens twee potjes tafelvoetbal van de Nederlands kampioen hebben gewonnen.
Aan Piet heb ik trouwens te danken dat ik nooit meer vergeet wie de massasprint in de vierde etappe van de Tour van 1996 won. Ik had niet kunnen kijken en omdat er nog geen telefoons met internet waren waarmee je bijvoorbeeld de regels van barspelletjes of lijsten met Nederlands kampioenen tafelvoetbal kunt opzoeken, wist ik niet wie de winnaar was. ‘Blijlevens,’ glunderde Piet euforisch en deed voor hoe hij met een fietslengte voorsprong zelfs nog tijd had gehad om achterom te kijken naar Moncassin voor hij – hop – zijn handen omhoog stak en een zware stoffige hanglamp tegen het plafond van de Café Ark ramde en zo een wolk van stof, glasscherven en kromgetrokken gitaarnoten van Kerry King deed neerdwarrelen op zijn toch al morsige blauwe vissersmuts. Dus mocht je ooit in een pubquiz of iets dergelijks de vraag krijgen wie de vierde etappe in de Tour van ’96 won, het beste juiste antwoord is: Piet van Café de Ark.