I heard the news today, o boy.
Ain’t there one damn song that can make me break down and cry?
Op Twitter schreef iemand vanochtend: “Ik verbaas me altijd over collectieve online rouw.” Ik heb daar de hele ochtend over moeten nadenken. Hoe alle tijdlijnen volstromen met liedjes en video’s en stukjes tekst. In een veelheid wordt iets als rouw minder waard.
Is dat zo?
Ik heb David Bowie één keer in mijn leven live gezien. Ik word oud, want dat was in 1996 op Torhout/Werchter. Ik was zestien, het was het tweede festival in mijn leven en ik was de helft van de tijd afgeleid door de grootsheid van het al daar. De modder, de mensen, de rockers, het weiland waar we kampeerden. En “o ja”, daar stond David Bowie in de verte. Toen ik vandaag de line-up eens opzocht kon ik haast niet geloven dat ik nog gedetailleerd weet dat mijn Dr. Martins in de modder bleven steken, er maar twee kraantjes voor twee voetbalvelden vol tentjes beschikbaar waren en dat ik tegen een speaker in slaap ben gevallen, maar dat ik niet meer weet wat David Bowie zong, wat ik dacht of waar ik precies stond. Ik zie hem alleen maar in de verte staan, die lange man. In een veelheid worden ook zaken als optredens van helden minder waard. Van het optreden van The Afghan Whigs weet ik ook niets meer, terwijl dat mijn lievelingsband was destijds. Noch herinner ik mij Pulp, Massive Attack, ik zie Neil Young ook nog in de verte met alleen een gitaar, ik zie hoe Flea zijn broek uittrekt. Wat ik wel weet is hoe ik de zwarte hamburgers en slappe frieten met zure mayonaise at en wat er op de posters stond waar ik naar keek terwijl ik at, hoeveel cola en bier ik dronk, ik weet de weg nog naar ons tentje en hoe we de ouwe Eend moesten aanduwen bij elk stoplicht tijdens de heen- en terugweg.
Maar van David Bowie weet ik niets meer.
Rouw en helden.
In een veelheid worden zaken soms juist meer waard. Want vanochtend was er nergens IS, dacht ik even niet aan Keulen, vanochtend liet ik mijn nichtje van één de videoclip van Ashes to Ashes zien. Af en toe stak ze een vinger op en wees ze naar hem. Ik zong mee en ik wiegde een beetje.
In 1996 had je nog geen sociale media met collectieve rouw. Toen had je plakzuil, een route naar de tent en een afspreekpunt. In gedachten plak ik een stencil op de zuil.
We live for just these twenty years
Do we have to die for the fifty more?
I heard the news today, o boy.