De ruimte waar ik dit typ heet te De Ruimte, de kringloopwinkel hiernaast De Lokatie en het café dichtbij Pllek.
Deze straat heet de Distelweg, maar aan de overkant heet-ie nu Speerdistelstraat, sinds er nieuwe huizen staan.
Ooit heette het hier Floradorp, nu noemen ze het Bloemenbuurt. Dat klinkt fleurig en opgeruimd en vooral niet als het oude Noord dat het ooit was. (Ik weet eigenlijk niet of de Distelweg daar wel bij mag horen, al kan een distel erg goed bloeien.)
De brug waar ik op uitkijk heet Wasknijper (dat moest ik opzoeken. Ik heb de wasknijper nog niet kunnen ontdekken.) De basisschool heet dan weer De IJsbreker. Beide hebben ze niets met distels, flora of bloemen te maken.
In mijn agenda staat 43 ( Een project dat nog een betere titel verdient, nu lees ik steeds cuarenta tres, terwijl het erg weinig met Spaanse likeur te maken heeft.) en Morgen: de werktitel van mijn nieuwe boek, waarover ik toch echt vandaag mijn redacteur moet mailen.
Op de stoel naast mijn bureau ligt Koos. Die eigenlijk Tante Koosje heet, omdat we een familiethema waren begonnen met haar zussen Broes en Zus. (Broes heette eigenlijk Broer, maar bleek toch een tweede Zus. Hoewel katten niet naar hun naam luisteren, leek dat me toch ingewikkeld.) Het thema is een hommage aan Catootje, de oudere zus van Broes en Zus, die nog niet kon zwemmen toen ze in het water viel.
Ik moet zo naar mijn ouders. 56 vrouwen in Nederland hebben dezelfde naam als mijn moeder (mijn nichtje in Canada ook, maar die kan het niet uitspreken.) Bijna twintigduizend mannen en dertig vrouwen dezelfde naam als mijn vader en toch is hij nog steeds verbaasd als hij een Bas ontmoet.
Wat ik wil zeggen is denk ik; alles heeft een naam. En ik dacht even dat er betere namen voor stormen waren dan Corrie. Maar Corrie was de eerste vrouwelijk meteoroloog bij het KNMI. En dus ben ik nu al trots om straks tegen storm Corrie in te mogen fietsen.