Uiteindelijk komt het er altijd op neer dat de één wel wil en de ander niet. En soms wisselen de rollen. Zo was het ook met ons toen wij elkaar net kenden. Zij wilde niet, ik wel. Later wilde ik niet, zij wel. Zo gaat dat. De één doet moeilijk, de ander weet daardoor ineens wat hij wil. En als je dat een tijdje gedaan hebt, een beetje heen en weer gevochten totdat iedereen gekalmeerd is, totdat je het allebei weet, als er tenminste niemand tussenuit is geknepen in de tussentijd, dan kun je van start. Wij gaan trouwen omdat ik weet dat ik wil en omdat zij weet dat zij wil.
Met zo’n meisje is het heel anders. Je betaalt haar en daarmee is alle stampij afgekocht. Op haar hoef je niet verliefd te worden dus duwen en trekken heeft geen functie, je gáát gewoon en dan is het klaar.
De dag was in rondes opgedeeld. Zegmaar een kroegentocht met af en toe een extraatje. Na de lunch een natuurfilm, na het diner een stripper, en aan het einde van de avond kreeg ik een blinddoek om en werd ik als vrij vee een kamer in gedreven. Niet zo’n kamer voor een uurtje, maar zo’n echte met opgezette dieren in de hoeken en een glazen tafeltje met drank.
De jongens hebben haar gebeld, afspraken gemaakt en haar achteraf betaald. Of vooraf, dat weet ik niet. Ik hoorde later dat je met zo’n meisje ook best een gesprek mag voeren, dat ze niet per kwartier ofzo betaald wordt, maar voor een totaalpakketje. Had ik dat geweten dan had ik haar best wat vragen willen stellen over haar hobbies, maar ik wilde die jongens niet op kosten jagen. En ook: zenuwen. Ondanks de whisky. Ik dacht, als ik een beetje vaart maak dan zijn die jongens tevreden, kan ik lekker naar mijn eigen bed en dat meisje heeft ook vast iets beters te doen. Chanel heette ze. Althans, dat zei ze, maar ik maak me geen illusies.