Het is lente en ze stuurt me de vreugdekreten van duizenden broedende vogelparen, dus nu is het mijn beurt om iets voor haar uit te kiezen. Het wordt steeds lastiger. Zoveel ís er al, maar minstens evenveel is er ook niet meer en zal nooit meer terugkomen.
Als ik echt om een geschenk verlegen zit heb ik nog altijd een paar verloren gewaande, prehistorisch ogende zeewezens achter de hand die zich nu in het slijk van de diepste meren verstoppen, maar ik weet zeker dat ik nog iets anders kan verzinnen. Zo gaat het: ik stuur haar een opzetje en zij stuurt me leven. We zullen elkaar verder nooit echt kunnen spreken of aanraken.
Het is een wederkerige, maar ook eerlijke relatie. We laten elkaar duidelijk merken of we wel of niet blij zijn met wat de ander heeft verzonnen. Als ze niet tevreden is, brult de aarde hele steden uit haar voegen. Als ik meer had verwacht, scheurt er bliksem uit mijn wolkendek.
Ik overweeg een krab met een fascinerend schaalpatroon. Ze heeft echter een redelijk breed scala aan zeewezens ontvangen de laatste maanden, dus goed, misschien een andere keer. Voor nu blijft het beest weggerold als een winterdekbed in een scheepswrak slapen.
Nieuwe bomensoorten durf ik even niet meer. Die raken verstikt of worden gespleten of uit de aarde gerukt voordat ze enigszins hebben kunnen wennen, alsof ik een vuurpijl cadeau heb gedaan, of een bos bloemen uit de supermarkt.
Zoals altijd als ik om inspiratie verlegen zit, wend ik me tot haar miljoenen kinderen. Gruwelijke wezens, prachtige wezens.
Ik weet wie ze stiekem het leukst vindt. Als ouder mag je eigenlijk geen voorkeur hebben, maar ik zou ook meer houden van iemand die groentesoep maakt voor hun zieke vrienden dan van iemand die met stalen ogen en stalen hart en stalen hersenen opdracht geeft tientallen levens te beëindigen.
Maar goed, één van hen, dus. Ik weet misschien wel wie.
Er was een man die mooie dingen maakte. Een verdrietige man die mooie dingen maakte. Een lieve, vreemde, verdrietige man die mooie dingen maakte, dingen die haar dan weer lief, vreemd en verdrietig maakten. Ze was gek op hem, de man die aan de kleuren blauw en geel nieuwe betekenis gaf. Hij schilderde bloemen en droevige mensen en een nachthemel. Haar favoriet.
Dat moet het dan maar worden. Ergens in een mooi druk land zal een klein reptiel onder een steen vandaan krioelen met een ongekende sterrenhemel op zijn rug, de hemel die kijkers pigmentplooien intrekt en doet huilen, huilen, huilen.
Ik kan niet wachten om te zien wat ze ermee doet.