Vandaag trekt de wind aan paraplu’s en is er een grote kans op natte sokken. Er is ook goed nieuws. Na het zomerse voorjaar en de herfstige start van de zomer keert de zon terug. Of de wolken trekken weg, het is maar net hoe wetenschappelijk je het wilt bekijken.
Patrick bekijkt het liever niet al te wetenschappelijk. Dat zou betekenen dat hij in de trein een mondkapje moet dragen; dat hij met de trein moet, want van zijn diesel krijgen anderen kanker; dat hij zijn vrienden niet mag omhelzen als het zaterdagnacht of misschien zelfs zondagochtend is; dat hij moet sparen voor zonnepanelen; dat hij zijn kutbaan te danken heeft aan zijn Hollandse achternaam; dat hij de grindtegels uit zijn tuin moet scheppen om bloemenmengsels voor bijen te zaaien; dat hij doordeweeks geen T-Bone mag kluiven; dat vrouwen meer kunnen dan baby’s baren; dat vrouwen niet op zijn genetische componenten liggen te wachten; dat hij niet beter is dan de buurman; dat feiten bestaan; dat hij ook maar een mens is.
Allemaal onzin.
De enige wetenschappers die Patrick vertrouwt zijn Laura van der Blij en Amara Onwuka. Ook al zitten ze er soms naast. Peter Timofeeff is wat hem betreft de witte Neil deGrasse Tyson. Maar dat mag je zeker niet meer zeggen tegenwoordig.
Het weer is lastig te voorspellen en toch is er elke dag weer. Dat is ook wat waard. Patrick weet nu al dat hij dit weekend waarschijnlijk doorbrengt in zijn zwembroek. De strandtenten verwachten hem. Buik vooruit, friet aan. Proosten op de zomer, op het leven, op de wetenschap dat alles voorbij gaat. Op Peter Timofeeff!