De avond voor de laatste lockdown ben ik bij een concert. Twee nummers voor het einde flitst eenmaal een spotje boven mij aan en uit. Het heeft niets te maken met de belichting van het podium of de zaal. Maar wat als het wel betekenis heeft? Zonder reden werd ik een moment belicht, ik, alleen ik. Wat als het betekenis heeft en alles vanaf nu anders is?
Na de korte flits loopt er iemand door de zaal naar achteren, het is niet druk en de persoon kan redelijk vrij bewegen, maar de lijn die hij loopt komt heel vreemd over, wijkt af van elke looprichting die te verantwoorden is. Het heeft vast belang. Het zegt mij dat het daadwerkelijk begonnen is, dat het werkelijk anders is.
Natuurlijk is dat niet zo. Maar ik kan we doen alsof, ik kan zeggen dat vanaf nu alles anders is. Dat kan ik verkondigen. Ik kan nieuwe eigenschappen aannemen en me eigenaardig gedragen. Ik kan me op laten nemen. Ik kan een bungalow van oud glas maken en alleen wortels eten.
Er ging een lamp boven mijn hoofd aan en uit en nu mag ik doen wat ik wil.
En wat is het verschil tussen me eigenaardig gedragen en eigenaardig zijn? Dat ik me ervan bewust ben, maakt toch niet dat ik erboven sta? Wellicht heb ik helemaal geen keus en komt deze omslag niet voort uit mijn vrije wil, is het geen spelletje.
Ik heb een theorie over de kubus. Deze heeft vier staande ribben en acht liggende. Natuurlijk zijn dat steeds vier lijnen in de eerste, tweede en derde dimensie, maar dat verklaart niet waarom wij de vorm als symmetrisch ervaren. Er missen vier staande ribben uit een bovenliggende dimensie.
Van de imperfectie van de kubus kan ik mijn levenswerk maken. Mijn baan opzeggen en mijn tijd besteden aan het maken van computermodellen. Het zelf uitgeven van publicaties, ruzie zoeken met wetenschappers, me op laten nemen en mij in de werkplaats van de instelling wijden aan vierdimensionaal houtbewerken. Een overzichtelijk leven. Een wetenschap die zich leent voor koppigheid en die geen bemoeienis van buiten toestaat. Overzicht, een doel, rust.
Het concert is nu afgelopen en er komt geen toegift. Ik haal mijn jas uit de garderobe en loop naar huis. Het miezert en er staat een licht windje. Dit was de eerste keer sinds de pandemie dat ik alleen naar een concert ben geweest, misschien moet ik er weer een beetje inkomen.