Dat ook jij op een dag zou verdwijnen, had je van te voren niet kunnen bedenken. Je hebt veel gezien de afgelopen jaren. Mannen die in huilen uitbarstten, schaamte, tederheid, armoede, teleurstellingen, maar ook berovingen. Meestal liep het allemaal wel goed af. De sterke band tussen familieleden, zelfs als ze elkaar nooit ontmoet hadden blijft fascineren.
Je probeert het in je beste Spaans uit te leggen. Tegenover iemand die je ondervraagt, alsof je met een vals paspoort het land had proberen binnen te komen. Drie dagen heb je al geen douche gehad, ondefinieerbare dingen gegeten en geslapen op een matje waar de insecten ‘s nachts over je lichaam woelen.
Vandaag krijgt je een persoonlijke bewaker toegewezen die weinig praat. Het is een vrouw van rond de vijfentwintig. Gek genoeg begin je zo snel aan haar aanwezigheid te wennen dat het onwennig wordt als zij even uit je gezichtsveld is. Je begint te geloven dat je in plaats van een bewaker eigenlijk een bodyguard hebt gekregen. Die je beschermt tegen leden die een lolletje met je willen trappen en zorgt dat je genoeg te drinken krijgt. Genoeg om in leven te blijven in ieder geval. Op een gegeven moment beginnen de dagen op elkaar te lijken en word je zo moe van het wachten dat je vergeet welke dag het is. Je vraagt het aan je bodyguard. Ze glimlacht voor het eerst en zegt dat zij zulke dingen allang is vergeten.